D2070 - INSTELLEN VERKOOPSTATISTIEK

Doel

Met deze functie kan de opbouw van verkoopstatistieken worden ingevoerd en gewijzigd.

Achtergrond

Op een bepaald moment kan het wenselijk zijn om van alle verkooporders uit het verleden statistische overzichten te raadplegen. Deze informatie kan op verschillende manieren worden gegroepeerd.
De verkoopstatistieken kunnen in maximaal drie verschillende niveaus worden ingedeeld. Het is bijvoorbeeld mogelijk een statistiek te definiëren waarbij wordt gesorteerd per klant, per artikelgroep en vervolgens per artikel binnen deze artikelgroep. Elk niveau kan vervolgens weer worden onderverdeeld in tijdvak en informatiekolom.
Per niveau kunnen maximaal drie tijdvakken worden opgevraagd. Bijvoorbeeld: het eerste tijdvak is de periode van-tot en met van het huidige boekjaar, het tweede tijdvak is hetzelfde tijdvak, maar van het voorgaande jaar en het derde tijdvak geeft het verschil tussen deze twee tijdvakken weer.
Ten slotte kunnen binnen elk tijdvak maximaal drie informatiekolommen worden gedefinieerd. Bijvoorbeeld: het verkochte aantal, de omzet in de basisvaluta en de marge in procenten van de verkoop.

Attentiepunt

1 Een verkoopstatistiek moet altijd eerst worden opgebouwd voordat de informatie hiervan op het beeldscherm kan worden getoond of op de printer kan worden afgedrukt. Zie functie Opbouwen verkoopstatistiek
2 Tijdens het invoeren van een nieuwe statistiekcode, worden na ingave van de rubriek Informatie automatisch teksten voor de kopregels van het af te drukken overzicht bepaald en getoond. Indien gewenst kunnen deze teksten worden gewijzigd.
3 Tijdens het muteren van een bestaande statistiekcode, worden na beëindiging van deze functie automatisch teksten voor de kopregels van het af te drukken overzicht bepaald indien deze rubrieken niet zijn ingevuld, of bewust zijn leeg gemaakt. Indien een statistiek per klant of klantnaam slechts een (1) informatierubriek heeft (bijvoorbeeld omzet), worden per klant de naam, het adres en de plaats getoond of afgedrukt, gevolgd door de informatie van de aangegeven periodiciteit. Voorts kan m.b.v. van functietoets F5 deze kopteksten opnieuw worden bepaald a.d.h.v. de actuele Niveau-indeling, Periodiciteit en Kolominformatie.
4 Een statistiekcode kan niet met SF1 worden verwijderd, indien hiervan opgebouwde informatie aanwezig is.
5 De rubrieken Niveau-indeling en Periodiciteit kunnen niet worden gewijzigd, indien hiervan opgebouwde informatie aanwezig is.
6 Met de rubriek Schaalfactor kan een waarde worden aangegeven waardoor alle in- en verkoopbedragen VOOR presentatie moeten worden gedeeld. Op deze wijze kunnen de statistiekbedragen in bijvoorbeeld duizenden (euro's) worden weergegeven.
7 Normaal gesproken zal een verkoopstatistiek gebaseerd zijn op gerealiseerde omzet, oftewel gefactureerde verkooporders. Het is echter ook mogelijk om de statistiek te baseren op de orderportefeuille. In dit geval wordt uitgegaan van de orderdatum, in plaats van de factuurdatum. Voorts kan qua aantal gekozen worden uit het Aantal besteld of het Aantal initieel besteld. De gewenste methodiek wordt aangegeven bij rubriek Datumselectie. De orderstatistiek is overigens alleen interessant, indien de periode tussen het vastleggen van de verkooporder, het verzenden van de goederen en het afdrukken van de factuur, behoorlijk lang is.

Uitvoering

Voor algemene uitleg zie onderhoudsfunctie of invulinstructie.

Met functietoets F3 kan de betreffende statistiek worden opgebouwd, terwijl met functietoets F4 een overzicht wordt getoond, waarop per jaar, per periode wordt aangegeven of de statistiek is opgebouwd en zo ja of er verkoopinformatie aanwezig is.
Met functietoets F5 kunnen de kopteksten opnieuw worden bepaald, a.d.h.v. de actuele Niveau-indeling, Periodiciteit en Kolominformatie.
Met functietoets F6 kan een of alle statistieken worden verwijderd.

* 2070 Statistiekcode (6 cijfers/letters)
De code waarmee de verkoopstatistiek wordt geïdentificeerd.

* 2001 Omschrijving (40 cijfers/letters)
De omschrijving van de verkoopstatistiek.
Deze omschrijving wordt afgedrukt op de eerste regel van het overzicht vanaf positie 45.

* 2080 Opmerking (40 cijfers/letters)
Als extra informatie omtrent de statistiek kan hier een aanvullende opmerking worden ingevuld. Deze opmerking is bestemd voor intern gebruik en wordt derhalve niet afgedrukt op het statistisch overzicht.

* 2071 Niveau-indeling verk (1,2,3,4,5,6,7,8,9)
De niveau-indeling bepaalt in eerste instantie de volgorde van het overzicht en in tweede instantie welke niveaus worden onderscheiden.
Elke positie geeft een volgend niveau aan in de volgorde van: hoofdniveau, subniveau en detailniveau.

Afhankelijk van de behoefte kunnen maximaal drie waarden worden opgegeven. Indien twee of drie niveaus zijn opgegeven, moet worden bepaald of het hoogste niveau al dan niet op een nieuw blad moet beginnen.
Geldige waarden zijn:
 1 Klantgroep 6 Klantnaam
 2 Klantgroep 2 7 Artikelgroep
 3 Medewerker 8 Artikelgroep 2
 4 Rayon 9 Artikelcode
 5 Klantnummer

* 2073 Periodiciteit (1,2,3,4,5,6,7)
Een statistisch overzicht is onderverdeeld in maximaal drie kolommen die elk weer bestaan uit twee of drie rubrieken. Voor iedere kolom dient te worden aangegeven op welk tijdvak deze betrekking heeft.
Verschillen tussen de kolommen 1 en 2 kunnen alleen in kolom 3 worden weergegeven met keuze vijf, zes of zeven.
Geldige waarden zijn:
 1 Tijdvak De kolom heeft betrekking op het tijdvak dat wordt ingevuld in de rubrieken Periode van en Periode t/m, bij het opvragen van het statistiekoverzicht.
 2 Tijdvak vj De kolom heeft betrekking op het tijdvak van het voorgaande jaar voor de Periode van en de Periode t/m zoals wordt opgegeven bij het opvragen van het statistiekoverzicht.
 3 Cumulatief De kolom heeft betrekking op het tijdvak vanaf de eerste periode van het desbetreffende boekjaar, tot en met de Periode t/m zoals opgegeven bij het opvragen van het statistiekoverzicht.
 4 Cum. vj De kolom heeft betrekking op het tijdvak vanaf de eerste periode van het voorgaande jaar, tot en met de Periode t/m van het voorgaande jaar, zoals opgegeven bij het opvragen van het statistiekoverzicht.
 5 Vers.Rubr.1 Het verschil tussen rubriek-1 uit kolom-1 en kolom-2 wordt afgedrukt in kolom-3 in een bedrag en een percentage.
 6 Vers.Rubr.2 Het verschil tussen rubriek-2 uit kolom-1 en kolom-2 wordt afgedrukt in kolom-3 in een bedrag en een percentage.
 7 Vers.Rubr.3 Het verschil tussen rubriek-3 uit kolom-1 en kolom-2 wordt afgedrukt in kolom-3 in een bedrag en een percentage.

* 2074 Informatie (1,2,3,4,5,6,7,8)
In elke kolom worden maximaal drie rubrieken afgedrukt. Deze rubrieken worden in alle kolommen afgedrukt, met uitzondering van de Verschil-kolom.
In de Verschil-kolom wordt, indien gewenst, het verschil tussen de eerste kolom en de tweede kolom in een bedrag en een percentage uitgedrukt.
Indien de betreffende statistiek al is opgebouwd, kan deze codering niet worden gewijzigd; in dit geval dient deze statistiek eerst te worden verwijderd. Geldige waarden zijn:
 1 Omzet aantal 5 Resultaat % over verkoop
 2 Omzetbedrag 6 Resultaat % over inkoop
 3 Kostprijswaarde 7 (Gemiddelde) verkoopprijs
 4 Resultaat bedrag 8 (Gemiddelde) kostprijs

LET OP:
De coderingen voor de marge (5 en 6) mogen niet in de 1e kolom (is 1e cijfer in deze rubriek) worden opgenomen.

* 2075 Selectie van t/m (1,2,3,4,5,6,7,8,9,a)
Bij elk statistisch overzicht dient altijd een periode-selectie te worden opgegeven.
Indien gewenst kunnen, tijdens het opvragen van het statistisch overzicht, nog maximaal drie extra selecties worden uitgevoerd.
Met deze rubriek wordt aangegeven welke extra selectiecriteria bij het statistisch overzicht gewenst zijn. Er kunnen maximaal drie waarden worden ingetoetst.
Geldige waarden zijn:
 1 Klantgroep 6 Klantnaam
 2 Klantgroep 2 7 Artikelgroep
 3 Medewerker 8 Artikelgroep 2
 4 Rayon 9 Artikelcode
 5 Klantnummer a Omzetbedrag

* 2072 Nieuw blad (J,N)
Met deze rubriek kan worden aangegeven dat bij elke wisseling op het hoogste niveau (eerste positie) een bladsprong moet worden gemaakt. Deze rubriek kan alleen worden gewijzigd indien er meer dan een (1) niveau is ingesteld, bij 1 niveau is er geen bladsprong mogelijk.

* 2076 Hersortering omzet (J,N)
Met deze rubriek kan worden aangegeven dat het statistisch overzicht wordt afgedrukt op volgorde van oplopende omzet respectievelijk inkoopwaarde van het laagste niveau. De sortering vindt altijd plaats op de rubriek omzet (informatiecode-2) in de eerste kolom. Indien geen omzet in de eerste kolom is gedefinieerd, dan vindt de sortering plaats op de eerste rubriek van de eerste kolom.

LET OP:
Sortering op omzet is niet mogelijk bij het opvragen van de statistiek op het beeldscherm.

* 2092 Datumselectie (O,I,F)
Met deze rubriek kan de keuze van de gewenste datum en het gewenste aantal worden aangegeven, waarop de statistiek moet worden gebaseerd.
Geldige waarden zijn:
O Orderdatum & aantal besteld
I Orderdatum & aantal initieel besteld
F Factuurdatum & aantal geleverd
De statistiek op Orderdatum wordt alleen opgebouwd tijdens de periodieke run Opbouwen verkoopstatistiek en niet automatisch bij facturatie.

* 2090 Schaalfactor (7 cijfers)
Met deze rubriek kan een deler worden aangegeven waardoor alle in- en verkoopbedragen VOOR presentatie worden gedeeld. Op deze wijze kunnen statistiekbedragen op 1000 euro, etc. worden afgerond.

* 2081 Kopregel 1 (43 cijfers/letters)
Een statistisch overzicht bestaat uit detailinformatie (code en omschrijving), gevolgd door maximaal drie kolommen, die elk weer drie rubrieken bevatten. Boven elke kolom worden twee kopregels afgedrukt. De beide omschrijvingen van deze kopregels kunnen per kolom worden opgegeven.

DETAIL positie 1-42
Hier wordt de code en de omschrijving opgegeven van de eerste kopregel van de detailinformatie. Bijvoorbeeld medewerker of artikel.

KOLOM 1 t/m 3 positie 43-72, 73-102 en 103-132
De inhoud van deze rubrieken is variabel en wordt bepaald door de rubriek Informatie. Afhankelijk van de gehanteerde codering dient hier de bijpassende koptekst te worden opgegeven.

LET OP:
Er geldt een uitzondering indien slechts een (1) niveau is ingesteld. Bij overzichten waar slechts een (1) niveau wordt gehanteerd - en dit niveau betreft klant of leverancier - en er dient slechts een (1) rubriek te worden afgedrukt, bijvoorbeeld alleen de omzet, dan bevat de af te drukken regel de volgende informatie:
positie 1-92: nummer, naam, adres en woonplaats van de klant
positie 93-102: de in Informatie aangegeven rubriek; bijvoorbeeld de omzet
positie 103-112: als positie 93-102 maar dan gebaseerd op een andere periode
positie 113-132: de informatierubriek voor het aangegeven tijdvak of als verschilkolom.

* 2082 Kopregel 2 (43 cijfers/letters)
Zie uitleg bij veld 2081

* 2083 Kopregel 1 kolom-1 (42 cijfers/letters)
Een statistisch overzicht bestaat uit detailinformatie (code en omschrijving) gevolgd door maximaal drie kolommen. Elke kolom bevat drie rubrieken. Boven iedere kolom worden twee kopregels afgedrukt. De beide omschrijvingen van deze kopregels dienen per kolom te worden aangegeven.

DETAIL positie 1-42
Hier wordt de code en de omschrijving van de detailinformatie afgedrukt.

KOLOM 1 positie 43-72
De inhoud van deze rubriek is variabel en wordt bepaald door de rubriek Informatie. Afhankelijk van de gehanteerde codering dienen hier de bijbehorende kopteksten te worden opgegeven.
De rubriekcodering is:
 1 omzet aantal 5 resultaat % over verkoop
 2 omzetbedrag 6 resultaat % over inkoop
 3 kostprijswaarde 7 (gemiddelde) verkoopprijs
 4 resultaat bedrag 8 (gemiddelde) kostprijs

Hier wordt de omschrijving ingevuld van de eerste kopregel van kolom-1.
Voorbeeld kopregel 1: cum.v.j cum.v.j cum.v.j.
Voorbeeld kopregel 2: aantal omzet marge

LET OP:
Om in de Windows-versie een juiste weergave van de kopteksten te krijgen, dient elke kolom een 'eigen' koptekstje te krijgen.

LET OP:
Er geldt een uitzondering indien slechts een (1) niveau is ingesteld. Bij overzichten waar slechts een (1) niveau wordt gehanteerd - en dit niveau betreft klant of leverancier - en er dient slechts een (1) rubriek te worden afgedrukt, bijvoorbeeld alleen de omzet, dan bevat de af te drukken regel de volgende informatie:
positie 1-92: nummer, naam, adres en woonplaats van de klant
positie 93-102: de in Informatie aangegeven rubriek bijvoorbeeld de omzet
positie 103-112: als positie 93-102 maar dan gebaseerd op een andere periode
positie 113-132: de informatierubriek voor het aangegeven tijdvak of als verschilkolom.

* 2084 Kopregel 2 kolom-1 (43 cijfers/letters)
Zie uitleg bij veld 2083

* 2085 Kopregel 1 kolom-2 (43 cijfers/letters)
Een statistisch overzicht bestaat uit detailinformatie (code en omschrijving) gevolgd door maximaal drie kolommen. Elke kolom bevat drie rubrieken. Boven iedere kolom worden twee kopregels afgedrukt. De beide omschrijvingen van deze kopregels dienen per kolom te worden ingevoerd.

KOLOM 2 positie 73-102
De inhoud van deze rubriek is variabel en wordt bepaald door de rubriek Informatie. Afhankelijk van de gehanteerde codering dienen de juiste kopregels hiervoor te worden opgegeven.
De rubriekcodering is:
 1 omzet aantal 5 resultaat % over verkoop
 2 omzetbedrag 6 resultaat % over inkoop
 3 kostprijswaarde 7 (gemiddelde) verkoopprijs
 4 resultaat bedrag 8 (gemiddelde) kostprijs

Hier wordt de omschrijving opgegeven van de eerste kopregel van kolom-2.
Voorbeeld kopregel 1: cum.v.j cum.v.j cum.v.j
Voorbeeld kopregel 2: aantal omzet marge

LET OP:
Om juiste weergave van de kopteksten te krijgen, dient elke kolom een 'eigen' koptekstje te krijgen.

LET OP:
Er geldt een uitzondering indien slechts een (1) niveau is ingesteld. Bij overzichten waar slechts een (1) niveau wordt gehanteerd - en dit niveau betreft klant of leverancier - en er dient slechts een (1) rubriek te worden afgedrukt, bijvoorbeeld alleen de omzet, dan bevat de af te drukken regel de volgende informatie:
positie 1-92: nummer, naam, adres en woonplaats van de klant.
positie 93-102: de in Informatie aangegeven rubriek bijvoorbeeld de omzet.
positie 103-112: als positie 93-102 maar dan gebaseerd op een andere periode.
positie 113-132: de informatierubriek voor het aangegeven tijdvak of als verschilkolom.

* 2086 Kopregel 2 kolom-2 (43 cijfers/letters)
Zie uitleg bij veld 2085

* 2087 Kopregel 1 kolom-3 (43 cijfers/letters)
Een statistisch overzicht bestaat uit detailinformatie (code en omschrijving) gevolgd door maximaal drie kolommen. Elke kolom bevat drie rubrieken. Boven iedere kolom worden twee kopregels afgedrukt. De beide omschrijvingen van deze kopregels dienen per kolom te worden ingevoerd.

KOLOM 3 positie 103-132
De inhoud van deze rubriek is variabel en wordt bepaald door de rubriek Informatie. Afhankelijk van de gehanteerde codering hiervan dienen de juiste kopregels hiervoor te worden opgegeven.
De rubriekcodering is:
 1 omzet aantal 5 resultaat % over verkoop
 2 omzetbedrag 6 resultaat % over inkoop
 3 kostprijswaarde 7 (gemiddelde) verkoopprijs
 4 resultaat bedrag 8 (gemiddelde) kostprijs

Hier wordt de omschrijving ingevuld van de eerste kopregel van kolom-3.
Voorbeeld kopregel 1: cum.v.j. cum.v.j. cum.v.j
Voorbeeld kopregel 2: aantal omzet marge

LET OP:
Om een juiste weergave van de kopteksten te krijgen, dient elke kolom een 'eigen' koptekstje te krijgen.

LET OP:
Er geldt een uitzondering indien slechts een (1) niveau is ingesteld. Bij overzichten waar slechts een (1) niveau wordt gehanteerd - en dit niveau betreft klant of leverancier - en er dient slechts een (1) rubriek te worden afgedrukt, bijvoorbeeld alleen de omzet, dan bevat de af te drukken regel de volgende informatie:
positie 1-92: nummer, naam, adres en woonplaats van de klant.
positie 93-102: de in Informatie aangegeven rubriek bijvoorbeeld de omzet.
positie 103-112: als positie 93-102 maar dan gebaseerd op een andere periode.
positie 113-132: de informatierubriek voor het aangegeven tijdvak of als verschilkolom.

* 2088 Kopregel 2 kolom-3 (43 cijfers/letters)
Zie uitleg bij veld 2087

* 2092 Order-factuurdatum (O,F)
Met deze rubriek kan worden aangegeven dat de statistiek op basis van de factuurdatum, dan wel op basis van de orderdatum moet worden opgebouwd.
De standaardwaarde is F (factuurdatum).
Geldige waarden zijn:
O Statistiek wordt op basis van de orderdatum opgebouwd.
F Statistiek wordt op basis van de factuurdatum opgebouwd.

* 1 Autom. opbouwen (J,N)
Bij verkoopstatistieken met de datumselectie F worden de gegevens automatisch bijgewerkt na het afdrukken van een verkoop factuur. Als u het automatisch bijwerken aan zet bij de verkoopstatistieken dan worden alleen de verkoopstatistieken bijgewerkt die een vinkje hebben.

F3OpbouwenS2794 Opbouwen verkoopstatistiek
F4HistorieS2071 Overzicht opgebouwde perioden
F5KoptekstS2073 Vernieuwen koptekst
F6VerwS2924 Verwijder verkoopstatistiek