In de paragraaf UITVOERING van de helptekst worden bij rubrieken de onderstaande mogelijkheden genoemd om gegevens in te voeren:
(sleutelwaarde) - deze rubriek of rubrieken zijn de unieke identificatie van het betreffende gegeven. Een sleutelwaarde mag dus nog niet eerder gebruikt zijn. Een sleutelwaarde kunt u nooit achteraf wijzigen. Als er meerdere sleutelwaardes onder elkaar staan, vormen deze gezamenlijk de unieke identificatie van het gegeven. Als u op andere plaatsen in CASH naar dit gegeven verwijst doet u dat via de sleutelwaarde. Bijvoorbeeld bij relaties: het relatienummer.
(bestaande waarde) - hier geeft u een bestaande waarde in van de genoemde soort. Als het een stamgegeven betreft heeft u soms de mogelijkheid om een nieuwe waarde in te voeren door op SF2 te klikken (of de combinatie shift-F2 te gebruiken). Soms is het toegestaan om de rubriek leeg te laten.
(grenswaarde) - dit staat ingevuld bij 'van' of 't/m' vragen. In sommige functies kan door middel van grenswaardes het bereik van de gegevens worden beperkt. Als de 'van'-waarde niet wordt ingevuld, dan begint de verwerking bij het eerst voorkomende gegeven. Als de 't/m'-waarde niet wordt ingevuld, dan eindigt de verwerking bij het laatst voorkomende gegeven.
(1,2,3) - laat een reeks waarden zien waaruit gekozen dient te worden.
(datum DDMMJJ) - hier dient een geldige datum te worden ingegeven, in het formaat dag- maand-jaar. Soms is het toegestaan om de rubriek leeg te laten.
(periode JJPP) - hier dient een geldige periodewaarde te worden ingegeven. Eerst het jaartal, dan de periode. Meestal zijn er beperkingen in de geldige waarde. (bijvoorbeeld de eerste boekperiode die u heeft ingegeven bij het aanmaken van de administratie en/of het aantal periodes per jaar dat u daar heeft gekozen).
(jaar JJ) - hier dienen de laatste twee cijfers van een geldig jaartal te worden ingegeven. Meestal zijn er beperkingen in de geldige waardes (bijvoorbeeld het eerste boekjaar dat u heeft ingegeven bij het aanmaken van de administratie).
(12,2 cijfers) - hier kan een numerieke waarde worden ingegeven van maximaal 12 cijfers, waarvan 2 decimalen.
(...) - in overige gevallen kan een vrije waarde worden ingevoerd, rekening houdend met de aangegeven maximum lengte.