1 | Een (deel van) een kenmerk kan ook worden gebruikt voor het koppelen met een grootboeknummer. |
2 | Als u bijschrijvingen op een bepaald grootboeknummer wilt laten boeken dan is het noodzakelijk dat u op de factuur vermeld dat men bij de betaling altijd het door u aangegeven kenmerk vermeld. |
3 | De dagboekcode of het banknummer mag leeg blijven. |
4 | De volgnummers worden opgehoogd met stappen van 10. Zo kunt u eenvoudig volgnummers toevoegen. De kenmerken worden afgetest in volgorde van de volgnummers. Zodra er een 'match' is wordt de test afgebroken. |
5 | Als een dagboekcode wordt ingevuld is de regel alleen van toepassing bij het inlezen van bankmutaties binnen dat dagboek. |
6 | Als het banknummer wordt ingevuld is de regel alleen van toepassing als dit banknummer gelijk is aan het banknummer uit de bankmutatie. |
Volgnummer (3 cijfers) [1323]
Het volgnummer dat bepaalt in welke volgorde het betreffende kenmerk wordt behandeld.
Bank/IBAN (35 cijfers/letters) [110]
Het banknummer in IBAN formaat (NL99BANK0123456789).
Omschrijving (25 cijfers/letters) [885]
Het (deel van het) betalingskenmerk zoals dit in de mutatieregel van de bank staat vermeld.
Grootboekrekening (bestaande waarde) [201]
Het nummer van de gewenste grootboekrekening.
Kostenplaats (bestaande waarde) [911]
De kostenplaats van de mutatie.
Code kenmerk (D,B) [1477]
Als de opgegeven grootboekrekening gekoppeld is aan een subadministratie, kan het kenmerk van de subadministratie automatisch worden gevuld. Gekozen kan worden uit:
D | Vul het kenmerk van de subadministratie met de boekingsdatum van het bankafschrift. Dit kan handig zijn om bijvoorbeeld alle pinbetalingen van een datum met hetzelfde kenmerk (de datum) te boeken binnen die subadministratie. De datum wordt gevuld in het formaat JJMMDD, dus 31 december 2010 wordt getoond als 101231. |
B | Vul het kenmerk van de subadministratie met de waarde uit het betalingskenmerk dat volgt op de testwaarde die is ingegeven in de kolom 'omschrijving'. |