D3023 - INSTELLEN SWITCHES PRODUCTIE (DEEL 2)

Doel

Met deze functie kan een aantal aanvullende systeemswitches ten behoeve van de productieadministratie worden vastgelegd.

Uitvoering

Voor algemene uitleg zie invulinstructie.

* 3021 Verkoop materiaalartikel (N,J)
Met deze rubriek kan de rechtstreekse verkoop van materialen worden geblokkeerd. Indien materialen nooit direct worden verkocht, is het aan te bevelen deze rubriek op N te zetten. Komt deze handeling incidenteel wel voor, dan dient deze rubriek op J te worden gezet.

* 3022 Verbruik assortimentsartikel (N,J)
Met deze rubriek kan het verbruik van assortimentsartikelen op een productiedossier worden geblokkeerd. Indien assortimentsartikelen nooit als materiaal worden verbruikt, is het aan te bevelen deze rubriek op N te zetten. Komt deze handeling incidenteel wel voor, dan dient deze rubriek op J te worden gezet.

* 3023 Inkoop productieartikel (N,J)
Met deze rubriek kan de directe inkoop van productieartikelen worden geblokkeerd. Indien productieartikelen nooit direct worden ingekocht, dient deze rubriek op N gezet te worden.

* 3625 Inkoop materiaal met instelkosten (J,N)
Met deze rubriek kan worden aangegeven of rekening gehouden moet worden met instelkosten voor het materiaal. In de stamgegevens van het materiaal kan een bedrag voor instelkosten worden vastgelegd.
Tijdens de vervaardiging van een inkooporder wordt de inkoopprijs als volgt berekend:
((benodigd aantal * stukprijs) + instelkosten) : benodigd aantal.
Geldige waarden zijn:
J Ja, er dient bij de vervaardiging van een inkooporder rekening gehouden te worden met instelkosten voor het materiaal.
N Nee, er dient bij de vervaardiging van een inkooporder geen rekening gehouden te worden met instelkosten voor het materiaal.

LET OP: Wat betreft de instelkosten op een inkooporder geldt het volgende:
- Instelkosten worden vastgelegd in de stamgegevens van het materiaal in de lokale valuta.
- Deze instelkosten zijn per inkooporder niet muteerbaar.
- Genoemde berekening wordt alleen uitgevoerd bij de functies Verwerken besteladvies en Selectie inkooporders
- De berekening kan afrondingsverschillen tot gevolg hebben.

* 3071 Dossiernummer = Verkoopordernr. (J,N)
Met deze rubriek kan worden aangegeven dat de nummering van productiedossiers gelijk is aan die van de gekoppelde verkoopordernummers. Dit is alleen zinvol als er projectmatig gewerkt wordt en er maximaal EEN dossier aan een verkooporder wordt gekoppeld.
N.B. Indien gewerkt wordt met eindproducten, waarbinnen halffabrikaten gedefinieerd zijn, is het activeren van deze rubriek niet mogelijk. In dat geval zal aan een verkooporder een serie productiedossiers hangen.

* 3062 Historie dossierteksten (A,B)
Met deze rubriek kan worden aangegeven dat aanvullende omschrijvingsteksten per productiedossierregel in de historie bewaard moeten blijven. Aanvullende omschrijvingsteksten worden in de stamgegevens van de productcategorie n vastgelegd, terwijl per productontwerp en/of productiedossier hiervan kan worden afgeweken. Het muteren van deze teksten in de stamgegevens heeft tot gevolg dat tevens de teksten van de historische productiedossiers worden gewijzigd.
Indien dit niet wenselijk is, bijvoorbeeld omdat de ISO-norm dit voorschrijft, dient deze rubriek op B te worden gezet. Hierdoor worden deze dossierteksten bevroren op het moment dat een productiedossier wordt afgesloten. Teksten in de stamgegevens die hierna worden gewijzigd hebben geen invloed op de historische productiedossiers.
Geldige waarden zijn:
A Historische dossierteksten worden door een wijziging hiervan in de stamgegevens geactualiseerd.
B Op het moment van afsluiten van een productiedossier, worden de dan aanwezige teksten bevroren en blijven derhalve in de historie bewaard. Wijziging hiervan in de stamgegevens heeft derhalve geen invloed meer op de historische productiedossiers.

* 3035 VC.dossier naar ontwerp (N,J)
Met deze rubriek wordt aangegeven dat tijdens het gereedmelden van een productiedossier de voorcalculatorische dossierregels NIET in een productontwerp worden overgenomen of WEL in het oorspronkelijke, dan wel een ander productontwerp moeten worden overgenomen. Tijdens het gereedmelden of afsluiten van een productiedossier kan van deze standaardwaarde worden afgeweken.

LET OP: De standaardwaarde tijdens het gereedmelden is altijd N.

* 3032 Presentatie tekstblok prd.ontwerp (G,O,A,B)
De artikelomschrijving kan per categorieregel uit een aantal tekstregels bestaan. Met deze systeemswitch wordt aangegeven of deze extra tekstregels bij opvraag- en afdrukfuncties moeten worden gepresenteerd.
Om de leesbaarheid en overzichtelijkheid te bevorderen, kan worden gekozen om de omschrijvingen alleen op formulieren en onderhoudsschermen te tonen. De eerste tekstregel wordt altijd gepresenteerd en op formulieren wordt altijd de volledige omschrijving afgedrukt.
Geldige waarden zijn:
G Geen extra omschrijvingen tonen.
O Extra omschrijvingen alleen bij opvragen tonen.
A Extra omschrijvingen alleen bij afdrukken tonen.
B Extra omschrijvingen tonen bij afdrukken en opvragen.

* 3671 Variabele lay-out keuze (N,J)
Bij het afdrukken van formulieren wordt gebruik gemaakt van vooraf gedefinieerde lay-outs. Per formuliersoort kan een vaste lay-out worden aangegeven. Met deze systeemswitch wordt bepaald of deze vooraf vastgelegde formuliercodes bij de diverse afdrukfuncties muteerbaar dienen te zijn.

Bij de volgende functies wordt ongeacht deze systeemswitch om een variabele lay-out gevraagd:
- Afdrukken materiaalbon
- Afdrukken gereedschapsbon
- Afdrukken werkkaart
- Afdrukken klantmemo

* 2183 Mutaties per medewerker (J,N)
Bij elke productiemutatie bestaat de mogelijkheid deze te voorzien van een medewerkerscode (keuze = J), waarop in de historie kan worden geselecteerd.
Bij de volgende functies kan een medewerkerscode worden vermeld:
- Berekenen productieaanvraag
- Verwerken productieaanvraag
- Gereedmelden productieopdracht

LET OP: Zie ook systeemswitch Mutaties per medewerker voor de functies van CASH Handel in functie Instellen systeemswitches historie

* 2192 Antidateren materiaalverbruik (J,N)
Met deze rubriek kan worden aangegeven, of bij het verwerken van het materiaalverbruik een andere datum dan de systeemdatum gewenst is. Dit zou het geval kunnen zijn, indien een achterstand in het registreren van het verbruik moet worden ingehaald. Op deze wijze kan de echte verbruiksdatum als boekdatum worden gehanteerd.

* 3043 Sortering materiaaluitgiftebon (V,A,M)
Met deze rubriek wordt de volgorde aangegeven waarop de dossierregels op het materiaaluitgifteformulier moeten worden afgedrukt.
Geldige waarden zijn:
V Volgorde is het volgnummer van de materiaalregel in het productiedossier.
A Volgorde is de artikelcode van het materiaal.
M Volgorde is de magazijnlokatie uit de stamgegevens van het materiaal.

* 3044 Gereedschapsbonnen (J,N)
Met deze rubriek kan worden aangegeven dat Gereedschapsbonnen afgedrukt moeten kunnen worden. Op een productiedossier worden gereedschappen nacalculatorisch vastgelegd tegen een vooraf vastgesteld tarief of op basis van ontvangen inkoopfacturen. Zie rubriek Code nacalculatie in functie Onderhoud gereedschap
In het laatste geval is het mogelijk om per gereedschap, per productiedossier een Gereedschapsbon af te drukken. Met deze systeemswitch kan worden aangegeven dat er NOOIT Gereedschapsbonnen moeten worden afgedrukt en dat er altijd wordt gewerkt aan de hand van de productiestamkaart.
Geldige waarden zijn:
J Per productiedossier kunnen Gereedschapsbonnen worden afgedrukt. Met functie Selectie inkooporders worden gereedschappen geselecteerd waarvan de rubriek Code nacalculatie de waarde I bevat. Hierdoor kan een standaard gereedschap op het laatste moment toch nog direct worden ingekocht.
N Er wordt niet gewerkt met Gereedschapsbonnen. De gereedschappen worden afgedrukt op de productiestamkaart. Bij functie Selectie inkooporders worden gereedschappen, waarvan de rubriek Code nacalculatie de waarde I bevat, niet getoond.