H3670 - TEKSTEN

Doel

Met deze functie worden aanvullende tekstregels van een productiedossier onderhouden.

Achtergrond

Met de productiecategorie Teksten kunnen aanvullende instructies worden vastgelegd om het productieproces tot in de noodzakelijke details nader uiteen te zetten. Alle voor het geselecteerde productiedossier noodzakelijk geachte teksten, worden met deze functie ingevoerd, gewijzigd of verwijderd. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van in de stamgegevens vastgelegde tekstcodes van veelvoorkomende gestandaardiseerde teksten. Zie functie Onderhoud productietekst

Attentiepunt

1 Ofschoon met deze speciale productiecategorie alleen teksten worden vastgelegd, worden deze eenvoudigheidshalve toch als een productiecategorie beschouwd.
2 Veel voorkomende teksten kunnen met een tekstcode in de stamgegevens worden vastgelegd.
3 Teksten kunnen met functietoets F6 ook aan alle andere productiecategorie n worden gekoppeld. Deze worden dan bijvoorbeeld op de productiestamkaart bij de bijbehorende productiecategorie afgedrukt, terwijl teksten die met de productiecategorie Teksten zijn vastgelegd als een apart tekstblok worden afgedrukt.

Uitvoering

Wanneer deze onderhoudsfunctie is gestart, staat de cursor op een nieuwe regel bij de rubriek Volgnummer. Met de pijltjestoetsen kan met de cursor op de rubriek Volgnummer over de dossierregels worden gewandeld. Met ENTER of OK kunnen de rubrieken van een dossierregel worden benaderd.

Indien de cursor op een bestaande dossierregel staat, zijn de volgende functietoetsen actief:
F2 Zoek Informatiescherm met dossierregels op volgorde van volgnummer.
F6 Omsch Onderhoudsscherm voor het toevoegen van aanvullende omschrijvingen voor de tekstregel.

* 3401 Volgnummer (4 cijfers)
Elke regel van een productontwerp en een productiedossier heeft een eigen volgnummer. Dit volgnummer bepaalt samen met het subnummer de volgorde van de verschillende productiecategorie n. Nieuwe volgnummers worden automatisch door het programma gegenereerd op basis van de ingestelde Stapgrootte tussen de opeenvolgende volgnummers, zie functie Systeemvariabelen rubriek Stapgrootte. Met ENTER of OK wordt de standaardwaarde geaccepteerd. Desgewenst kan van deze waarde worden afgeweken door handmatig een nummer in te voeren. Door bij materialen, gereedschappen en bewerkingen hetzelfde volgnummer te gebruiken, worden deze regels aan elkaar gekoppeld. Met functietoets F2 worden alle dossierregels op volgorde van volgnummer op het beeldscherm getoond.

* 3402 Subnummer (3 cijfers)
Elke regel van een productontwerp of productiedossier heeft naast een volgnummer ook een eigen subnummer. Het gebruik van subnummers is niet noodzakelijk. Gebruik van subnummers biedt de mogelijkheid om later extra regels toe te voegen. Ook is het mogelijk om hiermee aan te geven dat bepaalde bewerkingen en/of uitbestedingen tegelijkertijd kunnen worden uitgevoerd. In dat geval zijn de volgnummers gelijk en geven de subnummers een volgorde of diversificatie aan. Bij elk nieuw volgnummer wordt subnummer 000 voorgesteld. Met ENTER of OK wordt deze standaardwaarde geaccepteerd. Desgewenst kan van deze waarde worden afgeweken door handmatig een ander volgnummer aan te geven.

* 3270 Productietekstcode (6 cijfers/letters)
Met deze rubriek wordt de code aangegeven van de productietekst die in het geselecteerde productiedossier moet worden toegevoegd of gewijzigd. Indien deze rubriek niet wordt ingevuld, kan met functietoets F6 een variabele tekst worden ingetoetst.

* 2003 Opmerking (40 cijfers/letters)
Met deze rubriek wordt een aanvullende opmerking bij deze productietekst aangegeven. Deze opmerking wordt achter de omschrijving van de productietekstcode getoond.