* 3025 Planning dag/week (D,W)
De productieplanning kan naar keuze per dag of per week worden weergegeven. Met deze rubriek wordt de standaardwaarde vastgelegd. Onafhankelijk van de waarde van deze systeemswitch kan bij productieplanning alsnog voor een dagplanning (korte termijn) of een weekplanning (middellange termijn) worden gekozen.
Geldige waarden zijn:
| D | De productieplanning wordt per dag (korte termijn) weergegeven. |
| W | De productieplanning wordt per week (middellange termijn) weergegeven. |
* 3038 Planning kolomindeling (1,2,3)
Met deze rubriek wordt aangegeven welke informatie op het beeldscherm moet worden getoond bij functie Detailplanning
Gegevens die altijd worden getoond zijn: startweek/startdatum, dossiernummer, productcode, insteltijd, bewerkingstijd, capaciteit en planningsniveau.
Geldige waarden zijn:
| 1 | Bewerkingscode en -omschrijving (maximaal 34 posities) worden getoond. |
| 2 | Productzoeknaam en dossierreferentie (maximaal 9 posities) worden getoond. |
| 3 | Bewerkingscode en productieaantal worden getoond. |
* 3027 Afronden bewerkingstijden (U,K,6,M)
Met deze systeemswitch wordt aangegeven op welke wijze de totale bewerkingstijd per dossierregel moet worden afgerond.
Geldige waarden zijn:
| U | Afronding op uren. |
| K | Afronding op kwartieren. |
| 6 | Afronding op 6 minuten. |
| M | Afronding op minuten. |
* 3068 Bewerkingsregel uit planning (1,2)
Met deze rubriek wordt de conditie aangegeven waarop een bewerkingsregel buiten de detailplanning van een bewerkingsgroep moet worden gehouden.
Geldige waarden zijn:
| 1 | Een bewerkingsregel wordt buiten de detailplanning gehouden indien de rubriek Datum gereed is ingevuld, of als het aantal nacalculatorische uren groter is dan het aantal voorcalculatorische uren. |
| 2 | Een bewerkingsregel wordt alleen buiten de detailplanning gehouden indien de rubriek Datum gereed is ingevuld. |
* 3039 Variabele machinecapaciteit (N,J)
In de stamgegevens van een bewerkingsgroep kan een aanwezige- en een beschikbare capaciteit worden vastgelegd. In de opvraag- en afdrukfuncties kan vervolgens de gewenste capaciteit bij de vraag Machinecapaciteit (B = beschikbaar en A = aanwezig) worden aangegeven. Met deze systeemswitch wordt aangegeven of bovengenoemde vraag moet worden gesteld. Indien in deze rubriek de waarde N wordt opgenomen, is de vraag Machinecapaciteit niet gewenst; er wordt alleen met beschikbare capaciteit gewerkt.
Deze vraag komt voor in de volgende functies:
| - | Onderhoud bewerkingsgroep |
| - | Onderhoud planning (groep) |
| - | Detailplanning |
| - | Overzicht planning (globaal) |
| - | Opvragen planning (groep) |
| Opm. | Dossiers met een dossierstatus groter dan 6 (planning gereed) worden altijd getoond op basis van een oneindige capaciteit. |
In die functies wordt de vraag Machinecapaciteit: gesteld:
Geldige waarden zijn:
| BE | Beschikbare eindige capaciteit |
| BO | Beschikbare oneindige capaciteit |
| AE | Aanwezige eindige capaciteit |
| AO | Aanwezige oneindige capaciteit |
* 3070 Startdatum halffabrikaat (N,J)
Met deze rubriek wordt de methode aangegeven waarop de startdatum van de halffabrikaten moet worden bepaald.
Geldige waarden zijn:
| S | Startdatum hoofddossier |
| Hierbij krijgen alle halffabrikaten dezelfde startdatum als die van het hoofddossier. | |
| B | Behoeftedatum halffabrikaat |
| Hierbij krijgt elk halffabrikaat een eigen startdatum, die bepaald wordt door de behoeftedatum van het hogere niveau. |