S2437 - ARTIKELETIKETTEN

Doel

Deze functie drukt etiketten met stamgegevens af voor een serie artikelen. Tevens kunnen vanuit een in- of verkooporderregel in functie Verkooporderregels en Inkooporderregels met een functietoets artikeletiketten worden afgedrukt van het betreffende artikel.

Achtergrond

Artikeletiketten zijn voor verschillende doeleinden te gebruiken. De etiketten kunnen op de artikelen zelf worden geplakt of bijvoorbeeld op de stellingen waar de artikelen worden bewaard. De mogelijkheid van verschillende selectiecriteria maakt een verfijnde afdrukselectie mogelijk.
Artikeletiketten kunnen met een vaste of een variabele lay-out worden afgedrukt. Indien in functie Standaard formuliercodes de rubriek Form.artikeletiketten niet is ingevuld, worden de artikeletiketten volgens een vaste indeling afgedrukt. Hierbij is het wel mogelijk om naar keuze de rubrieken Verkoopprijs, Lokatie of Aantekening wel of niet af te drukken. Voorts is het hierbij mogelijk om meerdere etiketten naast elkaar af te drukken.
Is in deze rubriek wel een formuliercode ingevuld, dan worden de artikeletiketten volgens deze formuliercode afgedrukt. Indien gewenst kan in deze functie voor een andere formuliercode worden gekozen. Zo'n variabele lay-out wordt gedefinieerd met functie Instellen formulieren waarbij alleen Elementen in de kop kunnen worden opgegeven. De laatste regel van kop, body en slot zijn gelijk.

Attentiepunt

1 Indien met een vaste lay-out wordt gewerkt, worden van een artikel de artikelcode en desgewenst de magazijnlocatie, de verkoopprijs en de opmerking bij het artikel afgedrukt.
2 Het is mogelijk de artikelcode als barcode af te drukken. Hiertoe dienen in het systeembeheer van CASH extra ASCII-codes te worden vermeld bij de betreffende printercode. Zie hiervoor de rubrieken ASCII-codes BAR aan en ASCII-codes BAR uit in de functie Onderhoud printercodes, functietoets F3. In functie Instellen barcodes dienen hiertoe rubrieken BAR-code begin en BAR-code eind te worden ingevuld.
3 In de formulier-lay-out kan desgewenst een vaste printer worden opgenomen, waarop het formulier altijd afgedrukt dient te worden.
4 Omdat het afdrukken van meerdere artikeletiketten op 1 vel moeilijk te combineren is in combinatie met Windows-TAG's, die met een absolute pixel werken, zoals BAR(code) en TXT (zie de helptekst bij Printertags), wordt er een TELLER bijgehouden, om een conditie aan te kunnen sturen.

Voorbeeld:
Bij een {BAR X(as) Y(as) H(oogte) R(atio) D(ikte);2260(artikelcode);} kunnen de X-as en de Y-as alleen in pixels worden aangegeven. Afhankelijk van de conditie TELLER zal dus een andere X- / Y-as aangegeven moeten worden. Dit betekent, dat bij 5 etiketten op een vel met de TAG BAR, ook 5 maal de BAR codering opgenomen dient te worden.

Uitvoering

Voor algemene uitleg zie verwerkingsfunctie of invulinstructie.

* 2778 Volgorde (1,2,3,4,5,6,7,8)
De afdrukvolgorde van de etiketten kan zelf worden bepaald door het kiezen van een cijfer.
Geldige waarden zijn:
1 Op artikelcode
2 Op zoeknaam
3 Op artikelgroep
4 Op artikelgroep 2
5 Op leveranciersnummer
6 Op bestelcode
7 Op magazijn
8 Op locatie

LET OP:
Bij een sortering op 2, 3, 4, 5, 6, 7, of 8 worden artikelen niet afgedrukt waarvan respectievelijk de rubrieken zoeknaam, artikelgroep, leverancier, bestelcode, magazijn of locatie niet zijn ingevuld.

Artikelcode van t/m (grenswaarde) [2260]

Zoeknaam artikel van t/m (grenswaarde) [2261]

Artikelgroep van t/m (grenswaarde) [2208]

Artikelgroep 2 van t/m (grenswaarde) [2202]

Leveranciersnummer van t/m (grenswaarde) [2230]

Bestelcode van t/m (grenswaarde) [2263]

Magazijn van t/m (grenswaarde) [2209]

Magazijnlocatie van t/m (grenswaarde) [2287]

* 1 Alleen met voorraad (J/N)
Met deze rubriek wordt aangegeven dat, of alleen artikelen met een technische voorraad groter dan 0 geselecteerd moeten worden, of alle artikelen.

* 1 Obv voorraadaantal (I/V)
Met deze rubriek wordt het aantal etiketten aangegeven, dat per artikel moet worden afgedrukt. Het aantal af te drukken etiketten per artikel kan worden ingetoetst, of is gelijk aan het voorraadaantal van het betreffende artikel. Geldige waarden zijn:
I Aantal etiketten per artikel intoetsen
V Aantal etiketten obv voorraadaantal

* 2171 Aantal etiketten/art (3 cijfers)
Deze rubriek verschijnt alleen op het beeldscherm, indien de vorige rubriek (Obv voorraadaantal) met I (Intoetsen) is beantwoord. Met deze rubriek wordt het aantal etiketten aangegeven, dat per artikel moet worden afgedrukt. Er kunnen minimaal 1 en maximaal 999 etiketten per artikel worden afgedrukt.

* 2176 Aantal etiketten/pag (3 cijfers)
Deze rubriek is alleen van toepassing indien de etiketten op een losse-vellen printer, bijvoorbeeld een laserprinter, moeten worden afgedrukt. In deze rubriek wordt het aantal etiketten aangegeven, dat onder elkaar op een blad moet worden afgedrukt. Een eenmaal ingetoetst aantal wordt bewaard en in het vervolg als standaardwaarde gehanteerd. Na het afdrukken van het aangegeven aantal etiketten wordt altijd naar een nieuw blad gesprongen.

LET OP:
Indien de etiketten op een matrixprinter worden afgedrukt, behoeft deze rubriek niet te worden gevuld. De waarde blijft in dit geval altijd 0.

* 0941 Formuliercode (6 cijfers/letters)
De code van het gewenste type formulier. Met ENTER wordt standaard een vooraf ingestelde code gehanteerd. Standaard formuliercodes kunnen vanuit het hoofdmenu, via functie Standaard formuliercodes worden ingesteld.

* 2842 Afdruk verkoopprijs (J,N)
Indien gewenst kan de verkoopprijs (stamprijs) van een artikel op het artikeletiket worden afgedrukt.

* 2843 Afdruk locatie (J,N)
Indien gewenst kan de magazijnlocatie van een artikel op het artikeletiket worden afgedrukt.

* 2845 Aantekening (J,N)
Indien gewenst kan de aantekening bij een artikel op het artikeletiket worden afgedrukt.

* 0181 Aantal regels (2 cijfers)
De lengte van het etiket in aantal regels. Met ENTER wordt de getoonde (=minimale) lengte van 6 regels gehanteerd.

* 0182 Linkermarge (2 cijfers)
De positie op het etiket waar de printer begint met afdrukken. Het ingevulde cijfer geeft het aantal positie naar rechts aan. Met ENTER wordt de standaardwaarde gehanteerd.

* 0183 Aantal kolommen (1 cijfer)
Het aantal etiketten (maximaal 3) dat naast elkaar moet worden afgedrukt. Met ENTER wordt de standaardwaarde (1 etiket) gehanteerd.

* 0185 Soort etiketten (1,2)
Etiketten kunnen op twee verschillende soorten papier worden afgedrukt.
Geldige waarden zijn:
1 Kettingpapier
2 Losse vellen A4

* 0045 Lettertype (N,C)
Het lettertype van de tekst op het etiket. Deze lettertypen kunnen vooraf worden ingesteld bij de SETUP, keuze Onderhoud printercodes, de rubrieken Stuurcodes lijsten en Stuurcodes document voor de betreffende printer.
Geldige waarden zijn:
N Normaal lettertype (zie ASCII-codes brieven)
C Compressed (klein) lettertype (zie ASCII-codes lijsten)