1 | De afschrijvingen zijn naar kostenplaats te verbijzonderen. |
2 | Het moment waarop wordt gestopt met afschrijven, wordt in principe bepaald door de rubriek Aantal perioden. Het is echter mogelijk met de rubriek Laatste boekperiode de afschrijvingen voortijdig te beëindigen. |
3 | Wordt Boeken afschrijvingen uitgevoerd, dan zullen na ingave van een boekperiode de afschrijvingen worden berekend. Daarbij wordt zowel voor de opgegeven periode afgeschreven als voor alle vorige perioden waarin nog niet was afgeschreven. |
4 | Voor vaste activa die in het verleden zijn aangeschaft, kunnen met de rubriek Reeds afgeschreven de in het verleden verrichtte afschrijvingen worden vastgelegd. Dit is in principe de enige situatie waarin de gebruiker zelf deze rubriek van een waarde mag voorzien. Deze rubriek moet echter ook van een andere waarde worden voorzien als een doorboeking van de afschrijving op nul is gezet. De rubriek dient in dit geval weer de oude waarde te bevatten. |
5 | Herberekening vanaf de eerste afschrijvingsperiode kan worden onderdrukt door bij de functie Administratieparameters aan rubriek Eigenschappen de waarde 'A' toe te kennen. De afschrijvingsfunctie berekent dan een evenredig deel van het totale afschrijvingsbedrag als afschrijving. |
6 | In de overgangsregeling (activum was al voor 1/1/2007 aanwezig) wordt geen rekening gehouden met de restwaarde van de activa. |
Nummer (sleutelwaarde) [931]
Het nummer waarmee het activum wordt geïdentificeerd.
Omschrijving (30 cijfers/letters) [932]
De aanduiding van het activum.
Aanschafwaarde (12,2 cijfers) [933]
De aanschafwaarde van het activum zoals deze naar voren komt op de balans.
Gbrek aanschaf (bestaande waarde) [236]
De grootboekrekening waar de aanschafwaarde van het activum via Onderhoud dagboeken bij de aanschaf van het activum op is geboekt. Bij de verkoop van het activum zal het restant van de aanschafwaarde op deze grootboekrekening automatisch worden tegengeboekt. Het restant wordt als volgt berekend: de aanschafwaarde minus de opbrengst bij verkoop. De opbrengst wordt uit de rubriek Desinvestering verkregen. De aanschafwaarde wordt uit de rubriek Aanschafwaarde verkregen. Het restant wordt in het dagboek waar de afschrijvingen in worden geboekt verantwoord.
Restwaarde (11,2 cijfers) [934]
De geschatte restwaarde van het activum.
Vervangingsreserve (11,2 cijfers) [304]
Wanneer een activum wordt gekocht en bij de inruil van het vorige activum is besloten om de Boekwinst als Vervangingsreserve op de balans te plaatsen dan is noodzakelijk dat deze rubriek met het bedrag van de vervangingsreserve wordt ingevuld. Bij het berekenen van de afschrijving wordt de waarde uit deze rubriek in mindering gebracht op de aanschafwaarde.
Eerste boekperiode (periode JJPP) [919]
De combinatie van jaar en periode waarin de eerste afschrijving moet plaatsvinden.
Laatste boekperiode (periode JJPP) [918]
De combinatie van jaar en periode tot waar de laatste afschrijving moet plaatsvinden. Is het gewenst de afschrijving voortijdig te beëindigen, dan kan deze rubriek worden ingevuld.
Aanschafdatum (datum DDMMJJ) [935]
De datum waarop het activum werd aangeschaft in de volgorde dag, maand en jaar. De datum zelf wordt niet door CASH gebruikt; deze is alleen ter informatie vast te leggen.
Aantal perioden (3 cijfers) [936]
Het aantal perioden waarin het activum moet worden afgeschreven. Dit aantal bepaalt mede het periodieke afschrijvingsbedrag.
Gbrek balans (bestaande waarde) [937]
Het nummer van de grootboekrekening die wordt gebruikt bij de creditregel van de journaalpost van de afschrijvingen. De journaalpost luidt:
Gbnr afschr/Kostenpl.afschr | bedrag |
aan Gbnr balans/Kostenpl.balans | bedrag |
Kstpl balans (bestaande waarde) [929]
Het nummer van de kostenplaats die wordt gebruikt bij de creditregel van de journaalpost van de afschrijvingen.
Gbrek afschr (bestaande waarde) [938]
Het nummer van de grootboekrekening die wordt gebruikt bij de debetregel van de journaalpost van de afschrijvingen.
Kstpl afschr (bestaande waarde) [930]
Het nummer van de kostenplaats die wordt gebruikt bij de debetregel van de journaalpost van de afschrijvingen.
Reeds afgeschreven (11,2 cijfers) [939]
Deze rubriek laat bij een activum de in het verleden verrichtte cumulatieve afschrijvingen invoeren in het geval van een nieuwe administratie. Deze rubriek wordt continu door het programma geactualiseerd.
Desinvestering (11,2 cijfers) [237]
Wanneer een activum wordt verkocht dan ontstaat er een boekresultaat. Het boekresultaat is het verschil tussen de boekwaarde en de verkoopwaarde. Als de verkoopwaarde hoger is dan boekwaarde dan noemt men dit een boekwinst. Is de verkoopwaarde lager dan de boekwaarde dan spreekt men over een boekverlies. Een boekwinst komt ten gunste van het resultaat en een boekverlies komt ten laste van het resultaat. In deze rubriek wordt het bedrag opgegeven waarvoor het activum is verkocht. Met de hier opgegeven waarde wordt het boekresultaat berekend. Deze rubriek wordt alleen ingevuld als het activum is verkocht.
Gbrek boekresultaat (bestaande waarde) [235]
Wanneer een activum wordt verkocht dan ontstaat er een boekresultaat. Het boekresultaat is het verschil tussen de boekwaarde en de verkoopwaarde. Als de verkoopwaarde hoger is dan boekwaarde dan noemt men dit een boekwinst. Is de verkoopwaarde lager dan de boekwaarde dan spreekt men over een boekverlies. Een boekwinst komt ten gunste van het resultaat en een boekverlies komt ten laste van het resultaat. Men kan ook besluiten de boekwinst niet ten bate van het resultaat te laten komen. In dit geval plaats men de boekwinst op de balans als vervangingsreserve. In deze rubriek wordt de grootboekrekening opgegeven waar het boekresultaat op zal worden verantwoord. Deze kan een bijzondere baten of lasten rekening zijn of een balansrekening.
Kstpl boekresultaat (bestaande waarde) [905]
Wanneer een activum wordt verkocht dan ontstaat er een boekresultaat. Het boekresultaat is het verschil tussen de boekwaarde en de verkoopwaarde. Als de verkoopwaarde hoger is dan boekwaarde dan noemt men dit een boekwinst. Is de verkoopwaarde lager dan de boekwaarde dan spreekt men over een boekverlies. Een boekwinst komt ten gunste van het resultaat en een boekverlies komt ten laste van het resultaat. Men kan ook besluiten de boekwinst niet ten bate van het resultaat te laten komen. In dit geval plaats men de boekwinst op de balans als vervangingsreserve. In deze rubriek wordt de kostenplaats opgegeven waar het boekresultaat op zal worden verbijzonderd.
Locatie (10 cijfers/letters) [969]
Met deze rubriek kan worden aangegeven op welke plaats het activum zich bevindt, bijvoorbeeld het kamernummer. Bij functie Overzicht afschrijvingen kan hier desgewenst ook op worden geselecteerd.
Waarde op 1/1/2007 (12,2 cijfers) [1157]
Deze rubriek wordt automatisch gevuld met de boekwaarde per 1/1/2007 nadat voor het eerst in 2007 is afgeschreven. U hoeft deze rubriek dus niet in te vullen.
Af te schrijven in (3 cijfers) [1158]
Deze rubriek wordt automatisch gevuld met het aantal resterende termijnen per 1/1/2007 nadat voor het eerst in 2007 is afgeschreven. U hoeft deze rubriek dus niet in te vullen.
Soort activum (0,1,2,3) [1159]
Met deze rubriek wordt aangegeven wat het soort activum is.
Geldige waarden zijn:
0 | Overig |
1 | Goodwill |
2 | Onroerend goed |
3 | Willekeurige afschrijving (aanschaf in 2009-2011) |
Deze rubriek is alleen van toepassing op activa (0,1,2) die voor 1/1/2007 aanwezig waren.
WOZ-waarde (12,2 cijfers) [1200]
In deze rubriek wordt de WOZ-waarde van Onroerend Goed opgegeven. Vanaf 1/1/2007 mag de boekwaarde van dit soort activa niet onder de WOZ-waarde komen.
LET OP: Als het Onroerend Goed betreft dat voor eigen gebruik geldt, dan dient hier 50% van de WOZ-waarde te worden ingegeven. In dit geval mag namelijk worden afgeschreven tot 50% van de WOZ-waarde.