In CASH Productie kunnen productiekosten worden gekoppeld aan inkoopkosten. Deze productiekosten worden voorcalculatorisch vastgelegd per productiedossier en nacalculatorisch per inkoopfactuur. Deze mogelijkheid is alleen beschikbaar indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- | De inkoopkostencode en productiekostencode moeten identiek zijn. Zie de functies: |
Onderhoud inkoopkosten | |
Onderhoud kosten | |
- | De rubriek Soort bij de inkoopkosten bevat de waarde D (debet). |
- | De rubriek Code nacalculatie bij de productiekosten bevat de waarde I (inkoopfactuur). |
1 | Bij elke kostensoort is het soort OB-percentage vast te leggen. |
2 | Inkoopkostencodes worden gebruikt in de functie Inkoopfactuurkosten Deze kosten, zoals vrachtkosten, kredietbeperking, etc. worden door een leverancier extra in rekening gebracht. |
3 | Indien gebruik wordt gemaakt van een gebruikerscode, waarbij een afwijkende taalcode is aangegeven, kan met behulp van functietoets F3 de omschrijving in een andere taal worden vastgelegd. |
Met functietoets F3 kan de omschrijving in een andere taal worden vastgelegd.
* 2240 Kostencode (6 cijfers/letters)
De code waarmee de kostensoort wordt geïdentificeerd.
* 2001 Omschrijving (40 cijfers/letters)
De omschrijving van de kostensoort.
* 2040 Soort (D,C,K)
Deze rubriek regelt de verwerkingsmethode van de kostensoort.
Geldige waarden zijn:
D | Debet boeking (inkoopkosten) |
C | Credit boeking (inkoopkorting) |
K | Kredietbeperking |
* 2900 Gbrek inkoopkosten (bestaande grootboekrekening)
De grootboekrekening voor de betreffende kostencode waarop de mutaties, tijdens het verwerken van een inkoopfactuur, dienen te worden verantwoord.
* 2457 OB-code
De code voor de soort OB-berekening van de betreffende kostencode. De dienovereenkomstige percentages worden onderhouden met de functie Systeemvariabelen
F3 | Taal | D2140 Buitenlandse omschrijving |