WERKWIJZE gebruik G-rekening
Indien gebruik wordt gemaakt van een aparte G-rekening, kan het bedrag hiervan automatisch worden berekend.
Dit is alleen mogelijk indien de OB bij de klant wordt verlegd (rubriek OB-code = 'N') en de rubriek G-rekening bij de klant de waarde 'J' bevat.
In de systeemvariabelen, zie functie Instellen systeemvariabelen, dient in de rubriek Perc. G-rekening het percentage (in 2 decimalen) van de G-rekening te worden opgenomen. Voorts dient in de formulierlay-out de volgende Elementcodes te worden gebruikt:
GRPERC | Percentage van factuurbedrag op aparte G-rekening |
GRBEDR | Bedrag op G-rekening (factuurbedrag * percentage) |
GRREST | Restbedrag op gewone rekening (factuurbedrag -/- bedrag G-rekening) |
BTWC | Parameter OB-code: Conditiewaarde N is OB Verlegd. |
1 | Een relatie zal pas als klant worden beschouwd indien deze programmafunctie eenmaal is geactiveerd en de gegevens (deels) zijn ingevuld. |
2 | Contactpersonen worden vastgelegd in scherm Contactpersoon |
3 | De automatische vrachtkosten zijn alleen actief als de voorraadparameter Artikelcode vracht gevuld is met een kostenartikel. Zie ook submenu Parameters, functie Instellen systeemvariabelen, voor een uitgebreide beschrijving van deze functionaliteit. |
4 | Laat deze rubriek leeg, als de automatische berekening van vrachtkosten niet geactiveerd dient te worden. |
5 | De omschrijving van de rubrieken Contactpersoon Klant, Omschrijving Klant, Contactpersoon Leverancier en Omschrijving Leverancier kan naar behoefte worden gewijzigd met functie Instellen veldnamen Stamgegevens Instellen veldnamen Stamgegevens. |
6 | Met SF2 op de rubriek Relatienr. factuur, kunnen de stamgegevens van het factuuradres worden onderhouden. |
7 | Indien in CASH Financieel bij de betreffende relatie de rubriek Geblokkeerd op 'J' wordt gezet, wordt de rubriek Invoer geblokkeerd in dit scherm eveneens op 'J' gezet. |
Met behulp van functietoets F3:Extra kan een vervolgscherm voor het
onderhouden van Klantgegevens (extra) worden aangeroepen.
* 2004 Opmerking (40 cijfers/letters)
In deze rubriek kan aanvullende informatie van de betreffende klant worden vastgelegd.
* 2005 Opmerking (40 cijfers/letters)
In deze rubriek kan aanvullende informatie van de betreffende klant worden vastgelegd.
* 2204 Rayon (bestaand rayoncode)
Deze code geeft aan tot welk rayon de klant behoort. Elke klant kan worden gekoppeld aan een rayoncode. Bij de volgende overzichten kan hierop worden gesorteerd:
- | Afdrukken/Overzicht klant |
- | Afdrukken verkooporders |
- | Afdrukken verkoophistorie |
Binnen de verkoopstatistiek is het mogelijk de omzet per rayon weer te geven.
* 2203 Klantgroep (bestaande klantgroepcode)
Deze code geeft aan tot welke groep de klant behoort. Elke klant kan worden gekoppeld aan een klantgroep. Bij de volgende overzichten kan hierop worden gesorteerd:
- | Afdrukken/Overzicht klant |
- | Afdrukken verkooporders |
- | Afdrukken verkoophistorie |
Binnen de verkoopstatistiek is het mogelijk de omzet per klantgroep weer te geven.
* 2206 Klantgroep 2 (bestaande klantgroep 2 code)
Indien de onderverdeling op klantgroep niet toereikend is, kan een tweede klantgroep worden gehanteerd. Deze onderverdeling kan geheel los staan van klantgroep of kan hiervan een onderverdeling zijn en biedt de mogelijkheid het klantenbestand naar een ander gezichtspunt in te delen. Deze code geeft aan tot welke klantgroep 2 de klant behoort. Elke klant kan worden gekoppeld aan een tweede klantgroep. Bij de volgende overzichten kan hierop worden gesorteerd:
- | Afdrukken/Overzicht klant |
- | Afdrukken verkooporders |
- | Afdrukken verkoophistorie |
Gebruik deze klantgroep 2 alleen als de volgende sorteringen al benut zijn:
- | klantnummer - klantgroep |
- | zoeknaam - rayon |
- | postcode - medewerker |
Binnen de verkoopstatistiek is het mogelijk de omzet per klantgroep 2 weer te geven.
* 2205 Medewerker (bestaande medewerkerscode)
De code van de medewerker die deze klant behandelt.
Elke klant kan worden gekoppeld aan een bepaalde medewerkerscode. Wanneer een medewerker wordt ingevuld bij de klantgegevens, kan deze worden beschouwd als vertegenwoordiger. Deze medewerkerscode wordt in elke verkooporder van de desbetreffende klant bijgelezen en kan daar desgewenst handmatig worden gewijzigd. Bij de volgende overzichten kan hierop worden gesorteerd:
- | Afdrukken/Overzicht klant |
- | Afdrukken verkooporders |
- | Afdrukken verkoophistorie |
* 2210 Verzendcode (bestaande verzendcode)
Deze rubriek geeft aan welke verzendcode op deze klant van toepassing is.
De verzendcode wordt in elke verkooporder van deze klant bijgelezen en kan daar desgewenst handmatig worden gewijzigd. De omschrijving van de verzendcode kan op alle verkooporderformulieren worden afgedrukt.
* 2212 Code verkoop (bestaande tekstcode)
Deze rubriek geeft aan welke tekstcode op deze klant van toepassing is.
Op de verkooporders van de klant kunnen standaardteksten worden afgedrukt. Als een codetabel met vaste omschrijvingen is aangelegd, kan per verkooporder worden gekozen uit een (1) of meerdere tekstcodes.
Elke klant kan worden gekoppeld aan maximaal 3 vaste tekstcodes. Deze tekstcodes worden op elke verkooporder van deze klant bijgelezen en kunnen daar desgewenst handmatig worden gewijzigd.
* 2215 Code verkoop 2 (bestaande tekstcode)
Deze rubriek geeft aan welke tekstcode op deze klant van toepassing is.
Op de verkooporders van de klant kunnen standaardteksten worden afgedrukt. Als een codetabel met vaste omschrijvingen is aangelegd, kan per verkooporder worden gekozen uit een (1) of meerdere tekstcodes.
Elke klant kan worden gekoppeld aan maximaal 3 vaste tekstcodes. Deze tekstcodes worden op elke verkooporder van deze klant bijgelezen en kunnen daar desgewenst handmatig worden gewijzigd.
* 2216 Code verkoop 3 (bestaande tekstcode)
Deze rubriek geeft aan welke tekstcode op deze klant van toepassing is.
Op de verkooporders van de klant kunnen standaardteksten worden afgedrukt. Als een codetabel met vaste omschrijvingen is aangelegd, kan per verkooporder worden gekozen uit een (1) of meerdere tekstcodes.
Elke klant kan worden gekoppeld aan maximaal 3 vaste tekstcodes. Deze tekstcodes worden op elke verkooporder van deze klant bijgelezen en kunnen daar desgewenst handmatig worden gewijzigd.
* 2200 Prijslijstcode (bestaande prijslijstcode)
Deze code geeft aan welke prijslijst voor deze klant geldt.
Wanneer voor een klant afwijkende verkoopprijzen gelden voor een (1) of meerdere artikelen, kan een prijslijst worden aangelegd. Na het invoeren van de diverse prijsafspraken voor de prijslijst, kan per klant worden bepaald volgens welke prijslijstcode de verkoopprijzen per verkooporderregel moeten worden bijgelezen.
* 2227 Relatienr. factuur (bestaand relatienummer)
Het nummer van de relatie waarheen de factuur moet worden verstuurd.
Dit relatienummer dient alleen te worden ingevuld als het factuuradres afwijkt van het orderadres. Dit kan van toepassing zijn als de factuur naar het hoofdkantoor wordt verzonden terwijl de order wordt ingevoerd op naam van een filiaal.
Na vermelding van een bestaand relatienummer zal bij de verkooporder het afwijkende adres worden bijgelezen. De verwerking naar de financiële administratie vindt plaats op factuur-relatienummer. In het omschrijvingsveld van de boekingsregel wordt het order-relatienummer vermeld. In de verkoophistorie wordt alleen het order-relatienummer bewaard.
Op de verschillende verkooporderformulieren worden de volgende Elementen gebruikt:
orderadres | = 103 t/m 107 |
afleveradres | = A103 t/m A107 |
factuuradres | = F103 t/m F107 |
Opm. Met SF2 kunnen de stamgegevens van het factuuradres worden onderhouden.
* 2059 PDF verk.formulieren
Indien gewenst kunnen verkooporderformulieren als een PDF-document direct per e-mail naar de klant worden verzonden. Per klant kan worden aangegeven welke formulieren als PDF-bestand naar de betreffende klant moeten worden verzonden. Tevens is het mogelijk om per contactpersoon - zie functie Contactpersoon - deze aanduiding(en) op te nemen. Let op, dat indien meerdere contactpersonen dezelfde aanduiding hebben, alleen de contactpersoon met het LAAGSTE volgnummer het betreffende formulier krijgt!
Indien in de stamgegevens van de klant, of in de contactpersonen daarvan, deze aanduiding niet is aangegeven, gelden de in de systeemvariabelen aangegeven formulieren. Zie hiervoor functie Systeemvariabelen Indien slechts enkele klanten een PDF-document moeten ontvangen, is het raadzaam om deze rubriek hier in de stamgegevens van de klant in te vullen en deze in de systeemvariabelen leeg te laten. Het is mogelijk om hier een of meerdere van de aangegeven letters vast te leggen. Geldige waarden zijn:
Z | Proforma formulier |
O | Offerte |
B | Verkooporderbevestiging |
V | Verzamelbon |
M | Magazijnbon |
P | Pakbon |
F | Verkoopfactuur |
C | Baliefactuur |
Opm.
Indien bij meerdere contactpersonen dezelfde aanduiding voorkomt, wordt het betreffende formulier alleen naar de eerste contactpersoon (die met het laagste volgnummer) verzonden. Echter, indien in de kop van de offerte of order een contactpersoon is aangegeven, wordt het document altijd naar deze contactpersoon gestuurd, indien de letter van het betreffende formulier ook bij deze contactpersoon vermeld staat.
* 2888 Global Location Nr. (13 cijfers of letters)
Met deze code (GLN) wordt een unieke adrescode vastgelegd, dat in een EDI-adres wordt gebruikt. Deze adrescodes kunnen in de volgende functies worden vastgelegd:
- Verzender Bedrijfsgegevens
- Orderadres Stamgegevens klant
- Afleveradres Stamgegevens klant
- Factuuradres Stamgegevens klant
- Producent Stamgegevens Leverancier (optioneel, niet verplicht)
- Vervoerder Tabel Verzendcode (optioneel, niet verplicht)
* 2943 GLN Hoofdkantoor (14 cijfers of letters)
Deze rubriek wordt gebruikt bij data-import van EDI-berichten. Indien de GLN van het orderadres en het hoofdkantoor gelijk zijn, mag deze rubriek leeg blijven.
Deze rubriek wordt alleen gevuld, als de GLN-verzender van de verkooporder afwijkt van de GLN Ontvanger van de pakbon.
* 2662 EDI bericht (B,P,F)
Met deze rubriek wordt aangegeven, of een EDI-bericht bij orderbevesingen (B), pakbonnen (P) en/of verkoopfacturen (F) moet worden aangemaakt of niet. Het is mogelijk om zowel de B, de P als de F in te geven. Er wordt gecontroleerd op de aanwezigheid van een GLN-code (Global Location Number). Geldige waarden zijn:
B = EDI-bericht aanmaken bij de orderbevestiging (Uitgaand orderresponse bericht naar de klant; EDI-formaat: ORDRESP
P = EDI-bericht aanmaken bij de pakbon
F = EDI-bericht aanmaken bij de (verkoop)factuur
* 2657 GLN Ontvanger (1,2,3)
Een EDI-bericht van een pakbon kan naar meerdere partijen worden verzonden. Per klant kan middels deze rubriek aangegeven worden, welke GLN de pakbon wenst te ontvangen. Geldige waarden zijn:
1 Klant (= defaultwaarde)
2 Hoofdkantoor
3 Afleveradres
* 2664 Testindicator EDI (0,1)
Deze rubriek geeft aan of het verzonden EDI-bericht een test- of een officieel EDI-bericht is. Geldige waarden zijn:
0 = Officieel bericht
1 = Test bericht
* 2034 Orderbedrag vracht (9 cijfers)
Binnen CASH is het mogelijk om op 'relatief kleine' verkooporders automatisch vrachtkosten door te berekenen. Dit betekent, dat op verkooporders met een relatief klein orderbedrag, automatisch vrachtkosten worden berekend, middels het aanmaken van een extra orderregel met vrachtkosten. In functie Systeemvariabelen kan een minimum orderbedrag (zonder decimalen) worden aangegeven, dat voor de gehele administratie geldt. Dit betekent, dat op orders met een ordertotaal onder dit bedrag, automatisch vrachtkosten worden berekend. Per klant kan hiervan worden afgeweken, door hier in dit veld een ander minimum orderbedrag aan te geven. Ook is het mogelijk om per klant aan te geven, dat NOOIT vrachtkosten moeten worden doorberekend. In dat geval dient in dit veld in de stamgegevens van de klant de waarde 'N' ingegeven te worden.
* 2317 Kortings% order (6 cijfers, 2 decimalen)
Indien gewenst, kan met deze rubriek een kortingspercentage voor de verkooporder worden vastgelegd. Dit percentage geldt voor de gehele verkooporder, exclusief de Kostenartikelen. Het percentage is alleen te gebruiken in combinatie met functie Korting ordertotaal in het submenu van de prijsafspraken. In die functie wordt het minimum orderbedrag vastgelegd, vanwaar af de korting geldt. Per verkooporder kan het kortingspercentage worden gemuteerd of vervallen.
* 2167 G-rekening (J,N)
Met deze rubriek kan worden aangegeven dat een gedeelte van het factuurbedrag op een aparte G-rekening moet worden betaald.
* 2422 Code OB (E,I,A,X,N,B)
Met deze rubriek wordt aangegeven of en zo ja, hoe de OB moet worden berekend. Geldige waarden zijn:
E | De verkoopprijzen zijn exclusief OB |
I | De verkoopprijzen zijn inclusief OB |
A | De OB wordt per artikel aangegeven |
X | De OB is onbelast |
N | Er wordt geen OB berekend (= OB verlegd) |
B | Belasting buitenland |
* 2226 Invoer geblokkeerd (N,J)
Deze rubriek geeft aan dat het vastleggen van nieuwe verkooporders dient te worden geblokkeerd. Bestaande verkooporders kunnen in dat geval nog wel worden gemuteerd.
Opm.
Indien in CASH Financieel bij de betreffende relatie de rubriek Geblokkeerd op 'J' wordt gezet, wordt deze rubriek automatisch ook op 'J' gezet.
F3 | Extra-2 | D2227 Klant extra instellingen |
F4 | Memo | D0160 Onderhoud memo relatie |
F5 | AflAdres | D2229 Onderhoud afleveradres |
F6 | Historie | S2684 Verkoophistorie per klant |
F7 | Verkprys | S2274 Verkoopprijzen per artikel |
F8 | Klant | S2426 Vaste gegevens klant |