| 1 | In de stamgegevens van de bewerkingen kunnen gereedschappen worden gekoppeld. Deze gereedschapcodes worden automatisch in het productontwerp opgenomen op het moment dat die bewerkingscode aan het productontwerp wordt toegevoegd. |
| 2 | In het productontwerp kunnen gereedschappen en bewerkingen aan elkaar worden gekoppeld door gebruik te maken van hetzelfde volgnummer. |
| 3 | Het aantal benodigde gereedschappen wordt niet vermenigvuldigd met het productieaantal. |
| 4 | Indien een gereedschapscode is geblokkeerd, wordt hiervan melding gemaakt op het beeldscherm. |
Indien de cursor op een bestaande productontwerpregel staat, zijn de volgende functietoetsen actief:
| F2 | Zoek | Informatiescherm met productontwerpregels. |
| F5 | Prijs | Informatiescherm met prijsinformatie over het gereedschap. |
| F6 | Omsch | Onderhoudsscherm voor het toevoegen aanvullende omschrijvingen voor het gereedschap. |
| F8 | InfoV | Informatiescherm met de vaste gegevens van het gereedschap. |
* 3401 Volgnummer (4 cijfers)
Elke regel van een productontwerp en een productiedossier heeft een eigen volgnummer. Dit volgnummer bepaalt samen met het subnummer de volgorde van de verschillende productiecategorieën. Nieuwe volgnummers worden automatisch door het programma gegenereerd op basis van de ingestelde stapgrootte tussen de opeenvolgende volgnummers, zie functie Systeemvariabelen rubriek Stapgrootte. Met ENTER of OK wordt de standaardwaarde geaccepteerd. Desgewenst kan van deze waarde worden afgeweken door handmatig een nummer in te voeren. Door bij materialen, gereedschappen en bewerkingen hetzelfde volgnummer te gebruiken, worden deze regels aan elkaar gekoppeld. Met functietoets F2 worden alle ontwerpregels op volgorde van volgnummer op het beeldscherm getoond.
* 3402 Subnummer (3 cijfers)
Elke regel van een productontwerp of productiedossier heeft naast een volgnummer ook een eigen subnummer. Het gebruik van subnummers is niet noodzakelijk. Gebruik van subnummers biedt de mogelijkheid om later extra regels toe te voegen. Ook is het mogelijk om hiermee aan te geven dat bepaalde bewerkingen en/of uitbestedingen tegelijkertijd kunnen worden uitgevoerd. In dat geval zijn de volgnummers gelijk en geven de subnummers een volgorde of diversificatie aan. Bij elk nieuw volgnummer wordt subnummer 000 voorgesteld. Met ENTER of OK wordt deze standaardwaarde geaccepteerd. Desgewenst kan van deze waarde worden afgeweken door handmatig een ander volgnummer aan te geven.
* 3440 Gereedschapscode (14 cijfers/letters)
Met deze rubriek wordt de code aangegeven van het gereedschap dat voor dit productontwerp nodig is.
* 3443 Aantal (8 cijfers)
Met deze rubriek wordt het totaal aantal benodigde gereedschappen voor de geselecteerde productontwerpregel aangegeven.
* 3226 Code stukprijsberekening (S,V)
Met deze rubriek wordt aangegeven op welke wijze de kosten van het gereedschap worden opgenomen in de stukprijs van het productieartikel. Het kan wenselijk zijn om bepaalde gereedschappen niet op te nemen in de stukprijs van het productieartikel. Dit kan het geval zijn bij bijvoorbeeld eenmalige gereedschapskosten die alleen worden gebruikt bij een nieuw (proef)product. Ook kunnen instelgereedschappen om commerciële redenen buiten de stukprijs van het product worden gehouden.
Geldige waarden zijn:
| S | Stukprijsberekening. Dit is de standaardberekening waarbij de gereedschapskosten in de stukprijs van het product moeten worden opgenomen. |
| V | Vaste kosten. Deze gereedschappen worden niet in de stukprijs opgenomen. Op het overzicht productontwerp worden deze kosten apart vermeld als Vaste kosten. |
* 3099 Opmerking (23 cijfers/letters)
Met deze rubriek wordt een aanvullende opmerking over het geselecteerde gereedschap aangegeven voor intern gebruik.