| 1 | Indien de cursor in de rubriek Magazijnlokatie staat, kan met functietoets F2 een artikeloverzicht op het beeldscherm worden getoond op volgorde van magazijnlokatie. |
* 2264 Besteleenheid (9 cijfers)
De besteleenheid geeft het minimum aantal stuks aan dat via een inkooporder bij de leverancier kan worden besteld. Wanneer een besteladvies wordt berekend, zal dit advies altijd worden aangevuld tot een veelvoud van de besteleenheid. Bij een productieartikel geeft deze rubriek de minimale productiegrootte aan.
* 2270 Bestelminimum (9 cijfers)
Deze rubriek geeft het minimum aantal eenheden van het geselecteerde materiaal aan, dat op een besteladvies kan worden geplaatst. Het bestelminimum is een veelvoud van de besteleenheid.
* 2269 Minimum voorraad (9 cijfers)
De minimum voorraad is het economisch voorraadniveau waarbij een inkooporder moet worden geplaatst. Als de economische voorraad daalt onder de hier aangegeven minimum voorraad, wordt een besteladvies vervaardigd. Het besteladvies wordt verhoogd tot een veelvoud van de besteleenheid.
* 2283 Maximum voorraad (9 cijfers)
Met deze rubriek wordt de maximaal toegestane economische voorraad aangegeven. Bij de berekening van een besteladvies wordt gecontroleerd dat de nieuwe economische voorraad niet groter wordt dan de maximum voorraad. Hierdoor wordt voorkomen dat per abuis een groot aantal materialen wordt besteld.
* 3350 Afrondingswaarde (5 cijfers)
De benodigde hoeveelheid materialen voor een productiedossier wordt berekend door het productieaantal te vermenigvuldigen met het aantal materialen dat op het productontwerp is aangegeven. Dit gebeurt automatisch bij het aanmaken van een nieuw dossier. Deze berekende hoeveelheid wordt altijd naar boven afgerond op basis van het vastgelegde aantal decimalen.
Met deze rubriek wordt de minimale verbruikseenheid aangegeven, met het aantal decimalen, dat in het geselecteerde materiaal is aangegeven. Het aantal materialen wordt bij de volgende functies naar boven afgerond op een veelvoud van de afrondingswaarde:
| - | Verwerken materiaalontvangst met een afwijkende in- en voorraadeenheid. |
| - | Aanmaken van een nieuw productiedossier. |
| - | Registratie van materiaalverbruik op een dossier. |
* 2287 Magazijnlocatie (10 cijfers/letters)
Met deze rubriek wordt de locatie van het materiaal aangegeven. Deze magazijnlocatie kan worden afgedrukt op o.a. de magazijnbon of pakbon. Met functietoets F2 kan een overzicht van artikelen op het beeldscherm worden getoond op volgorde van magazijnlokatie.
* 2209 Magazijn (bestaande magazijncode)
Als de voorraad in meer magazijnen is opgeslagen kan per artikel een standaard magazijn worden aangegeven. Bij elke voorraadmutatie wordt deze magazijncode bijgelezen en kan indien gewenst worden gewijzigd. Deze werkwijze versnelt de goederenontvangst en -uitgifte en voorkomt onnodige voorraadmutaties. Indien deze rubriek niet wordt ingevuld, wordt het hoofdmagazijn gebruikt.
* 2348 EAN-code (40 cijfers/letters)
Met deze rubriek kan een extra codering voor het artikel worden vastgelegd die kan worden gebruikt op artikeletiketten, orderformulieren of EDI-berichten, in plaats van de rubrieken Artikelcode en Bestelcode.
De hiervoor beschikbare elementcodes voor formulieren zijn:
| EAN | EAN-code uit de artikelstamgegevens |
| BARE | EAN-code uit de artikelstamgegevens in de vorm van een barcode. |
* 2288 Opmerking (30 cijfers/letters)
Met deze rubriek kan een extra opmerking worden vastgelegd voor intern gebruik.
* 2902 Gbrek voorraadwaarde (bestaande grootboekrekening)
Met deze rubriek wordt een grootboekrekening voor de voorraadwaarde aangegeven indien deze apart per artikel dient te worden verantwoord. In alle andere gevallen blijft deze rubriek leeg. De meest gebruikte boekingsmethode is per artikelgroep.
Voor de bepaling van de voorraadrekening wordt de volgende volgorde aangehouden:
| 1 | ARTIKEL |
| 2 | artikelgroep |
| 3 | artikelgroep 2 |
| 4 | boekingsvariabelen |
* 2901 Gbrek omzet (bestaande grootboekrekening)
Met deze rubriek wordt een grootboekrekening voor de omzetwaarde aangegeven, indien deze apart per artikel dient te worden verantwoord. In alle andere gevallen blijft deze rubriek leeg. Voor bepaling van de omzetrekening wordt de volgende volgorde aangehouden:
| 1 | verkooporderkop |
| 2 | klant |
| 3 | klantgroep |
| 4 | rayon |
| 5 | categorie |
| 6 | ARTIKEL |
| 7 | artikelgroep |
| 8 | artikelgroep 2 |
| 9 | boekingsvariabelen |
* 2903 Gbrek kostprs vd omz (bestaande grootboekrekening)
Met deze rubriek wordt een grootboekrekening voor de kostprijs van de omzet aangegeven indien deze apart per artikel dient te worden verantwoord. In alle andere gevallen blijft deze rubriek leeg. De meest gebruikte boekingsmethode is per artikelgroep. Voor de bepaling van de inkoopwaarderekening wordt de volgende volgorde aangehouden:
| 1 | ARTIKEL |
| 2 | artikelgroep |
| 3 | artikelgroep 2 |
| 4 | leverancier |
| 5 | leveranciersgroep |
| 6 | boekingsvariabelen |
* 2905 Gbrek voorraadvers (bestaande grootboekrekening)
Met deze rubriek wordt een grootboekrekening voor voorraadverschillen aangegeven indien deze apart per artikel dient te worden verantwoord. In alle andere gevallen blijft deze rubriek leeg. De meest gebruikte boekingsmethode is een algemeen grootboeknummer in de boekingsvariabelen. Voor de bepaling van de grootboekrekening voorraadverschillen wordt de volgende volgorde aangehouden:
| 1 | per voorraadmutatie |
| 2 | ARTIKEL |
| 3 | artikelgroep |
| 4 | artikelgroep 2 |
| 5 | boekingsvariabelen |
* 3624 Instelkosten (8 cijfers)
Met deze rubriek kunnen instelkosten voor het materiaal worden aangegeven. Deze instelkosten worden alleen ingevuld, indien de leverancier naast een materiaalprijs per stuk, tevens een bedrag aan instelkosten berekent. De (gemiddelde) inkoopprijs is dan ook altijd afhankelijk van het inkoopaantal en wordt als volgt berekend:
Inkoopprijs = ((inkoopprijs per eenheid *-aantal) + instelkosten) ./. aantal
Deze instelkosten worden in de stamgegevens van het materiaal vastgelegd en kunnen in een productontwerp of productiedossier niet meer worden gewijzigd.
Bij de vervaardiging van een inkooporder wordt op basis van het in te kopen aantal de daarbij behorende (gemiddelde) inkoopprijs berekend en indien gewenst op de inkooporder afgedrukt.
LET OP:
Instelkosten per materiaal kunnen alleen worden vastgelegd indien dit met systeemswitch Inkoop materiaal met instelkosten is aangegeven. Zie functie Instellen switches productie (deel 2)
* 2284 Gewicht eenh (3 dec)
Deze rubriek geeft het gewicht per eenheid (bijvoorbeeld stuks, meter, liter) aan van dit materiaal.
* 2968 Inkoop op afroep (0,1)
Met deze rubriek kan een extra selectie worden geactiveerd bij de berekening van besteladviezen. Afroeporders kennen in het algemeen een korte levertijd op basis van de afroepbare voorraad bij de leverancier. Met functie Berekenen besteladviezen kan een aparte run worden gedraaid met alleen afroepbare artikelen en een afwijkende peildatum. Zie functie Berekenen besteladvies
* 2360 Revisienummer (10 cijfers/letters)
Met deze rrubriek wordt het revisienummer van het materiaal aangegeven. Indien bij materialen een revisienummer noodzakelijk is, kan in deze rubriek het revisienummer worden aangegeven. Dit nummer kan bijvoorbeeld ter informatie aan een leverancier worden afgedrukt op de inkooporder.
| F3 | Artikel | S2268 Stamgegevens artikel |
| F4 | Voorraad | S2633 Voorraden |
| F5 | EconVrd | S2634 Economische voorraad |
| F6 | Inkprijs | S2294 Inkoopprijzen per artikel |
| F7 | Verkprys | S2274 Verkoopprijzen per artikel |
| F8 | Memo | D2289 Memo artikel |