Klantnummer contantverkoop:
Voor de contante verkopen wordt een bestaand relatienummer gereserveerd, zonder registratie van een specifieke klant. De Verkoophistorie wordt vastgelegd op dit (contante) klantnummer.
Verkoopaantal registratie:
Met deze rubriek wordt de gewenste manier aangegeven, om de verkoop aantallen vast te leggen. Het is hierbij mogelijk om voor ELK artikel (per stuk) een aparte invoerregel in te geven, of een handmatige ingave van het verkoopaantal. Geldige waarden zijn:
1 = Vaste waarde, altijd 1 stuks per artikel
V = Variabel aantal, per artikel het aantal ingeven
Tonen klantmemo:
Met deze rubriek wordt aangegeven of een eventueel aanwezig Klantmemo al dan niet op het beeldscherm moet worden getoond:
N | Het memoblok van de klant wordt niet getoond. |
J | Het memoblok wordt na ingave van het klantnummer op het beeldscherm getoond. |
* 2445 Klantnummer contantverkoop (Bestaand relatienummer)
Met deze rubriek kan een relatienummer worden ingegeven, dat in functie Balieverkoop als standaardwaarde voor contante verkopen moet worden gehanteerd.
* 2062 Verkoopaantal registratie (1,V)
Met deze rubriek wordt de methode van het ingeven van het aantal bij balieverkopen aangegeven. Geldige waarden zijn:
1 - Per artikel geldt een vaste waarde van 1
V - Per artikel geldt een variabel aantal, dat handmatig moet worden ingegeven.
* 2123 Tonen klantmemo (J,N)
Met deze rubriek wordt aangegeven of een eventueel aanwezig klantmemo bij de registratie van balieverkopen op het beeldscherm moet worden getoond.
ACHTERGROND Deelbetaling/Termijnfactuur
Deelfacturen worden gemaakt met kostenartikelen en een specifieke grootboekrekening voor de omzet. Deze tussenrekening wordt opgeboekt bij het maken van de deelfactuur en tegengeboekt met de eindfactuur.
Boek de omzetwaarde van de deelfactuur op een balansrekening.
Maak artikelstamgegevens aan voor aparte kostencodes (soort = K)en een specifieke grootboekrekening. Bepaal de percentages of het vast bedrag van de deelfactuur, welke desgewenst muteerbaar zijn per verkooporder.
Opzet van een order met deelfacturen in termijnen. Bijvoorbeeld in de verhouding 30/30/40. Dan zijn er 2 betaaltermijnen en is de 3de factuur de levering van de goederen min het totaalbedrag van de 2 eerder
verzonden termijnfacturen.
Deelfacturen op basis van een percentage over het totaalbedrag kunnen op 2 manieren worden gemaakt: In het aantal van de factuurregel kan een Artikelcode worden gebruikt met 0 of 2 met decimalen.
- Factuurbedrag = 0,30 x totaalorderbedrag.
- Factuurbedrag = 1 x termijnbedrag, met het percentage in de tekst van de orderregel.
Deze keuze wordt gemaakt via het veld Decimalen per kostenartikel.
Gbrek deelfactuur (bestaande waarde) [2927]
Deelfacturen gemaakt met kostenartikelen met een specifieke grootboekrekening voor de omzet. Deze tussenrekening wordt opgeboekt bij het maken van de deelfactuur en tegengeboekt met de eindfactuur.
Boek de omzetwaarde van de deelfactuur op een balansrekening met BTW-code = Nul, zodat de BTW afdracht gebeurd met het leveren van de goederen.
Als de deelfactuur met BTW wordt gemaakt kan ook worden gekozen voor BTW-code Hoog of Laag.
Artikelcode termijn1 (bestaande waarde) [2928]
Voor een deelfactuur worden aparte kostencodes gebruikt (Artikelsoort=K). Deze kostencodes bepalen de vaste factuurtekst voor de deelbetaling, de BTW-berekening en een tussenrekening deelfacturen.
Artikelcode termijn3 (bestaande waarde) [2930]
Vul dit veld alleen als gebruik gemaakt worden van meer dan een termijnfactuur.
Art. vooruitbetaald (bestaande waarde) [2931]
De deelfacturen worden gemaakt met kostenartikelen met een specifieke grootboekrekening voor de omzet.
De eindfactuur of laatste termijnfactuur bevat orderregels voor het leveren van de goederen minus het totaalbedrag van de eerdere termijnfacturen of deelbetaling.
% termijn1 (6,2 cijfers) [2932]
Percentage voor het berekenen van de eerste termijnfactuur. Laat het veld leeg als de deelfactuur een vast aanbetalingsbedrag is.
% termijn2 (6,2 cijfers) [2933]
Percentage voor het berekenen van de tweede termijnfactuur. Laat het veld leeg als de deelfactuur een vast aanbetalingsbedrag is.
% termijn3 (6,2 cijfers) [2934]
Percentage voor het berekenen van de derde termijnfactuur. Laat het veld leeg als de deelfactuur een vast aanbetalingsbedrag is.
Bedrag aanbetaling (9,2 cijfers) [2935]
Vast bedrag voor een aanbetaling. Laat de velden voor een termijnpercentage leeg.