D0150 - ONDERHOUD DOCUMENTEN

Doel

Met deze functie wordt de inkomende- en uitgaande documentenstroom geregistreerd.

Achtergrond

Wanneer de documentenstroom zo omvangrijk is geworden en een poststuk niet meer op eenvoudige wijze, bijvoorbeeld op alfabet in één ordner, terug is te vinden dan is registratie van inkomende en uitgaande poststukken noodzakelijk geworden.
Registratie gebeurt aan de hand van informatie zoals bijvoorbeeld de Afzender c.q. ontvanger, een poststuknummer, de aard van het document en het gegeven naar welke afdeling de correspondentie wordt verzonden ter verdere behandeling. Het classificeren van poststukken speelt daarbij een belangrijke rol, want het archiveren gebeurt mede op basis van deze classificaties.

Attentiepunt

1 De ingevoerde gegevens verschijnen tevens als gespreksnotitie of als actie bij de desbetreffende relatie.
2 Deze notities zijn bij functie Relaties niet te wijzigen.
3 Door ENTER te selecteren verschijnt het eerst vrije volgnummer van de desbetreffende documentsoort.

Uitvoering

Voor algemene uitleg zie onderhoudsfunctie of invulinstructie.

Documentsoort (bestaande waarde) [147]
De documentcode van het desbetreffende poststuk.

Volgnummer (6 cijfers) [148]
Het eerste vrije nummer in de reeks van deze documentsoort. Door ENTER te selecteren verschijnt het eerste vrije nummer.

Relatienr (sleutelwaarde) [101]
Het relatienummer waar het poststuk betrekking op heeft.

Datum (datum DDMMJJ) [161]
De datum van de notitie. CASH zal voor de rubriek een defaultwaarde presenteren die gelijk is aan de systeemdatum.

Tijd (4 cijfers) [162]
De tijd van de notitie in de volgorde uren en minuten. CASH zal voor de rubriek een defaultwaarde presenteren die gelijk is aan de systeemtijd.

Pers.code (bestaande waarde) [142]
De aan een document te koppelen medewerker. Medewerkers zijn te onderhouden met de functie Onderhoud medewerkers. Deze rubriek wordt automatisch van een waarde voorzien indien de rubriek Vaste medewerker in de parameters de waarde J bevat. In dit geval wordt de bij het starten van CASH opgegeven medewerker gehanteerd.

Onderwerp (10 cijfers/letters) [250]
Met deze rubriek kan een Onderwerp worden aangegeven, waarop de notities moeten worden geselecteerd. Indien deze rubriek leeg wordt gelaten, vindt geen selectie op Onderwerp plaats.

Doorgaan (J,N) [1]
Deze rubriek verschijnt indien een nieuw document wordt vastgelegd en bij de vorige rubriek een Onderwerp is aangegeven. Met deze rubriek kan worden aangegeven dat de bij het onderwerp vastgelegde standaardtekst moet worden overgenomen in de notitie.

Toegangsniveau (1 cijfers) [1133]
Als u deze code invult bij een document dan kunt u sturen welke medewerkers
dit document mogen inzien.
De code kan een waarde hebben van 0 (iedereen) t/m 9 (alleen bepaalde
medewerkers).

Bij de medewerkers kan met functie Onderhoud medewerkers ook een dergelijke code worden ingevuld. Een medewerker
kan een document alleen inzien als zijn code gelijk is of groter dan hetgeen
bij het document is ingevuld.

Tekst1 (50 cijfers/letters) [163]
De regel van een blok van regels waarmee de notitie kan worden beschreven.

Tekst2 (50 cijfers/letters) [164]
Zie voor uitleg rubriek 'Tekst1'.

Tekst3 (50 cijfers/letters) [165]
Zie voor uitleg rubriek 'Tekst1'.

Tekst4 (50 cijfers/letters) [166]
Zie voor uitleg rubriek 'Tekst1'.

Tekst5 (50 cijfers/letters) [167]
Zie voor uitleg rubriek 'Tekst1'.

Tekst6 (50 cijfers/letters) [168]
Zie voor uitleg rubriek 'Tekst1'.

Actiedatum (datum DDMMJJ) [141]
De actiedatum aangaande het poststuk in de volgorde dag, maand en jaar. CASH zal voor de rubriek een defaultwaarde presenteren die gelijk is aan de systeemdatum.

Actie door (bestaande waarde) [149]
De medewerker die naar aanleiding van het binnengekomen poststuk actie dient te ondernemen.

Documentnaam (100 cijfers/letters) [986]
Indien u met F4 een BAR-code afdrukt en daarna de documenten automatisch scant en opslaat, dan wordt in deze rubriek de map en de bestandsnaam getoond van het document waar deze notitie naar verwijst.

Bestand (100 cijfers/letters) [1915]
U kunt hier het document vastleggen waar de notitie naar verwijst. Met functie Contactmomenten kan via een verwijzing het document geopend worden. Aan de hand van de extensie van het document wordt het juiste programma gestart waarmee het document te openen is. Bijvoorbeeld: cash.doc wordt geopend met MS-Word en cash.xls wordt geopend met Excel enz.
LET OP de lengte van de bestandslink. Voor een directe link dient de documentnaam en het pad, samen een maximale lengte van 100 posities te bevatten.

F4S0808 Printen barcode boekstuk