1 | Met deze functie zijn de indelingen van één of meer importbestanden vast te leggen. |
2 | De feitelijke import gebeurt met Import via bestandsindeling Op dat moment wordt ook voor één van de hier gespecificeerde indelingen gekozen. |
De specificatie van een bestandsindeling bestaat altijd uit twee soorten gegevens: enkele algemene gegevens (waaronder de omschrijving) en gegevens over de rubrieken. De laatste bepalen hoe voor een rubriek de juiste waarde uit het importbestand kan worden gehaald. Beide soorten gegevens worden ieder in een apart scherm onderhouden.
Wordt de functie gestart, dan verschijnt het scherm voor de algemene gegevens. Hier kan een bestaande bestandsindeling worden opgeroepen of kan een nieuwe bestandsindeling worden toegevoegd. De algemene gegevens zijn dan op dat moment te wijzigen of in te voeren. Zijn de gegevens akkoord, dan is het de beurt aan de rubrieksgegevens.
Het daarbij behorende scherm is op te roepen met F3 en bevat vier rubrieken. Deze rubrieken worden ingevuld voor elk element dat uit het bestand moet worden overgenomen.
Het volgnummer wordt door CASH als identificatie van een rubrieksgegeven beschouwd. Wordt dus een nieuw volgnummer ingevoerd, dan vraagt CASH of het een nieuw gegeven betreft. Wordt een bestaand volgnummer ingevoerd, dan worden de waarden van de overige rubrieken op het scherm getoond en is wijziging mogelijk.
Bestandscode (sleutelwaarde) [890]
De code waarmee de bestandsindeling wordt geïdentificeerd.
Omschrijving (30 cijfers/letters) [891]
De nadere omschrijving van de inhoud van de bestandsindeling. |
Bestandsnaam (128 cijfers/letters) [892]
De naam van het op een later tijdstip te importeren bestand. De letter van de schijf en de map zijn eveneens op te geven. Wordt de rubriek leeg gelaten, dan wordt bij de start van de importfunctie de bestandsnaam gevraagd.
Soort bestand (A,V,D,W) [893]
Het soort bestand geeft de technische opbouw aan van het te importeren bestand.
Geldige waarden zijn:
A | ASCII met variabele recordlengte en CR/LF (of alleen LF) als scheidingsteken tussen de records |
V | ASCII met vaste recordlengte, de lengte van het record wordt bij de rubriek Recordlengte opgegeven |
D | dBase |
W | WordPerfect Mailmerge |
Recordlengte (4 cijfers) [888]
De lengte van een record in bytes. De rubriek moet worden ingevuld als bij de rubriek Soort bestand is gekozen voor ASCII met vaste recordlengte (waarde V). Bij andere waarden speelt deze rubriek geen rol.
Scheidingsteken (3 cijfers/letters) [889]
Het teken dat wordt gebruikt om de opeenvolgende rubrieken in een record (of regel) te scheiden. Is het teken niet op het toetsenbord te vinden, dan kan ook de decimale ASCII-code worden ingevoerd.
De rubriek moet worden ingevuld als bij de rubriek Soort bestand is gekozen voor ASCII met variabele recordlengte (waarde A). Bij andere waarden speelt deze rubriek geen rol. Wordt geen waarde ingevoerd, dan wordt uitgegaan van de komma (,) als scheidingsteken.
Eigenschappen (20 cijfers/letters) [845]
Klik op het veld om de eigenschappen te wijzigen. Zie aldaar voor verdere uitleg over de eigenschappen die kunnen worden geactiveerd.
Datumconversie (1,2) [880]
Bij de import van gegevens wordt standaard de datumnotatie 'JJMMDD' gehanteerd. Het kan zijn dat datumvelden in omgekeerde notatie worden aangeboden. Daarom is het mogelijk gemaakt om deze bij het inlezen te laten converteren.
Geldige waarden zijn:
1 | JJMMDD (dus geen conversie) |
2 | DDMMJJ (bijvoorbeeld 311208) |
Valutacode (3 cijfers/letters) [983]
Bij de import van financiële mutaties kan de valutasoort van de mutaties afwijken van de valutasoort waarin de administratie wordt gevoerd. In dit geval is het dan noodzakelijk dat de valutacode van de valutasoort wordt aangegeven. Op basis van de bijbehorende koers worden de bedragen automatisch omgerekend.
F3 | Veld | D0120 Onderhoud velden |
F4 | Overz | S0630 Bestandsindelingen |
F5 | Kopie | S0647 Kopieren bestandsindeling |