1 | Lees onderstaande pdf met uitgebreide beschrijving van de benchmark-functie. |
Relatienr (sleutelwaarde) [101]
Het relatienummer van de betreffende ondernememing waarvoor de benchmark moet worden uitgevoerd.
Zoeknamen (72 cijfers/letters) [720]
Maximaal tien door spaties gescheiden zoeknamen van ieder maximaal 10 tekens lang, om de relatie terug te zoeken op (bijvoorbeeld) verkorte naam van het bedrijf of van de contactpersoon of de vorige naam van het bedrijf, of ieder door u gewenste afkorting of codering.
Alle waarden worden middels één index gepresenteerd, met andere woorden de gebruikte zoeknamen komen allemaal op alfabetische volgorde door elkaar beschikbaar.
Naam (35 cijfers/letters) [103]
De (bedrijfs-)naam van de relatie.
Adres (35 cijfers/letters) [105]
Het adres, dus de straat en het huisnummer.
Pc+plaats (35 cijfers/letters) [107]
De postcode en de plaats.
Administratienaam
Geef de naam van de CASH-administratie, bijvoorbeeld 'demo'.
Als met CashWin wordt gewerkt en de administratie staat in een andere dan de cash-map dan moet deze map voor de administratienaam worden opgenomen, zoals 'c:\admin\demo'.
Als met CashWeb wordt gewerkt en de administratie staat in de map van een andere gebruiker, dan moet het relatienummer voor de administratienaam worden opgenomen, bijvoorbeeld '12345/demo'. BELANGRIJK: De administratie moet in dat geval door middel van de meewerk-instelling benaderbaar zijn.
Aant.medewerkers
Indien hier een waarde is ingevuld dan wordt in de benchmark ook de omzet gedeeld door het aantal medewerkers vergeleken.
Aant.m2
Indien hier een waarde is ingevuld (oppervlak van de vestiging of verkoopruimte) dan wordt in de benchmark ook de omzet gedeeld door het aantal m2 vergeleken.
E-mailadres
Bij het starten van de benchmark kan worden gekozen voor het direct laten versturen per PDF. Geef hier het betreffende e-mailadres van de vestiging in. Voor vestigingen zonder e-mailadres wordt de benchmark op de eigen printer afgedrukt.
Trefwoord (bestaande waarde) [151]
Het trefwoord dat dient om meerdere relaties te verbinden tot een groep om zodoende vergelijkende cijfers samen te stellen in de benchmark.
Trefwoord 2 (bestaande waarde) [152]
Zie voor uitleg rubriek 'Trefwoord'.
Trefwoord 3 (bestaande waarde) [153]
Zie voor uitleg rubriek 'Trefwoord'.
Trefwoord 4 (bestaande waarde) [154]
Zie voor uitleg rubriek 'Trefwoord'.
Trefwoord 5 (bestaande waarde) [155]
Zie voor uitleg rubriek 'Trefwoord'.
Trefwoord 6 (bestaande waarde) [156]
Zie voor uitleg rubriek 'Trefwoord'.
Trefwoord 7 (bestaande waarde) [157]
Zie voor uitleg rubriek 'Trefwoord'.
Trefwoord 8 (bestaande waarde) [158]
Zie voor uitleg rubriek 'Trefwoord'.
Trefwoord 9 (bestaande waarde) [159]
Zie voor uitleg rubriek 'Trefwoord'.
Trefwoord10 (bestaande waarde) [160]
Zie voor uitleg rubriek 'Trefwoord'.